Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. foist:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor foist (Engels) in het Nederlands

foist:

foist werkwoord

  1. foist (palm)
    aanpraten; aansmeren
    • aanpraten werkwoord (praat aan, praatte aan, praatten aan, aangepraat)
    • aansmeren werkwoord (smeer aan, smeert aan, smeerde aan, smeerden aan, aangesmeerd)

Vertaal Matrix voor foist:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanpraten foist; palm talk into
aansmeren foist; palm talk into

Verwante woorden van "foist":

  • foisting

Synoniemen voor "foist":


Verwante definities voor "foist":

  1. insert surreptitiously or without warrant1
  2. to force onto another1
    • He foisted his work on me1

Wiktionary: foist

foist
verb
  1. pass off as genuine
  2. introduce or insert surreptitiously
  3. force another to accept