Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. frail:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor frail (Engels) in het Nederlands

frail:

frail bijvoeglijk naamwoord

  1. frail (delicate; fragile; tender)
    delicaat; kwetsbaar; teder; frèle; teer; tenger; fijngevoelig; fijn; broos; fragiel; iel; zwak; breekbaar
  2. frail (fragile; vulnerable; delicate; tender)
    kwetsbaar; zwak; breekbaar; fragiel; broos; teer
  3. frail (faint; weak; feeble; )
    zwak; ziekelijk; wee; slap; bleekjes; pips; slapjes
  4. frail (weak; slackly; abstemious; )
    slapjes; slap
  5. frail
    onsolide

Vertaal Matrix voor frail:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
teer pitch; tar
wee contraction; labour pain; woe
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
breekbaar delicate; fragile; frail; tender; vulnerable
broos delicate; fragile; frail; tender; vulnerable
delicaat delicate; fragile; frail; tender critical; delicate; perilous; precarious; touchy
fijn delicate; fragile; frail; tender agreeable; delicate; easy going; enjoyable; fine; good; lovely; nice; petite; pleasant; slender; slim; small-boned; subtle; thin
fijngevoelig delicate; fragile; frail; tender delicate; easily hurt; oversensitive; sensitive; subtle; susceptible; tender
fragiel delicate; fragile; frail; tender; vulnerable
iel delicate; fragile; frail; tender meager; meagre; puny; skinny; thin
kwetsbaar delicate; fragile; frail; tender; vulnerable delicate; fragile
pips faint; feeble; frail; pale; sick; wan; weak off colour; pale; washed out
slap abstemious; bad; faint; feeble; frail; pale; poor; sick; slackly; wan; weak bland; characterless; diluted; drained; fragile; insipid; languid; lifeless; limp; liquid; listless; no energy; spineless; washed out; washed-out; watery; weak; without character
teder delicate; fragile; frail; tender
teer delicate; fragile; frail; tender; vulnerable delicate; fragile
tenger delicate; fragile; frail; tender delicate; lightly built; petite; skinny; slender; slight; slim; small-boned; thin
wee faint; feeble; frail; pale; sick; wan; weak ah
ziekelijk faint; feeble; frail; pale; sick; wan; weak pathological; sick
zwak delicate; faint; feeble; fragile; frail; pale; sick; tender; vulnerable; wan; weak dizy; faint; feeble; fragile; inferior; mediocre; not bad; not very good; poor; ragged; ramshackle; rickety; weak; wobbly; wonky
- delicate; fallible; fragile; imperfect; weak
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bleekjes faint; feeble; frail; pale; sick; wan; weak
slapjes abstemious; bad; faint; feeble; frail; pale; poor; sick; slackly; wan; weak
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
frèle delicate; fragile; frail; tender
onsolide frail

Verwante woorden van "frail":

  • frailness, frailer, frailest, frailly

Synoniemen voor "frail":


Antoniemen van "frail":


Verwante definities voor "frail":

  1. easily broken or damaged or destroyed1
    • a frail craft1
  2. wanting in moral strength, courage, or will; having the attributes of man as opposed to e.g. divine beings1
    • frail humanity1
  3. physically weak1
    • an invalid's frail body1
  4. a basket for holding dried fruit (especially raisins or figs)1
  5. the weight of a frail (basket) full of raisins or figs; between 50 and 75 pounds1

Wiktionary: frail


Cross Translation:
FromToVia
frail licht; zwak faiblepersonne qui manquer de puissance, de ressources.