Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. fungus:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor fungus (Engels) in het Nederlands

fungus:

fungus [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the fungus (mushroom)
    de paddestoel; de champignon; de zwam
    • paddestoel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • champignon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zwam [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the fungus (toadstool; mushroom)
    de champignon; paddestoelsoort; de zwam
  3. the fungus
    de schimmelplant

Vertaal Matrix voor fungus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
champignon fungus; mushroom; toadstool
paddestoel fungus; mushroom
paddestoelsoort fungus; mushroom; toadstool
schimmelplant fungus
zwam fungus; mushroom; toadstool

Verwante woorden van "fungus":

  • fungi

Synoniemen voor "fungus":


Verwante definities voor "fungus":

  1. an organism of the kingdom Fungi lacking chlorophyll and feeding on organic matter; ranging from unicellular or multicellular organisms to spore-bearing syncytia1

Wiktionary: fungus

fungus
noun
  1. any member of the kingdom Fungi
fungus
noun
  1. schimmel
  2. biologie|nld taxonomisch rijk dat nauw verwant is aan het dierenrijk.

Cross Translation:
FromToVia
fungus paddestoel; zwam Pilz — aus schlauchförmigen Fäden bestehender Organismus ohne Blattgrün (Reich Fungi); hat sowohl Tier, als auch Pflanze Eigenschaften
fungus champignon champignon — (botanique) Organisme eucaryote pluricellulaire, comportant un ensemble d’hyphes formant le mycélium (appareil végétatif, filaments blanchâtres).
fungus zwam fongus — (botanique) champignon, champignon de mer.

Verwante vertalingen van fungus