Future in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

future:
- toekomst; voorland; toekomsten; voortzetting; vervolg
- toekomstig; aankomend; toekomend; toekomstige; aanstaand
Wiktionary:
- future → toekomstig
- future → toekomst
- future → later, toekomst, toekomende tijd, verschiet, in spe, toekomend, toekomstig, komend, aankomend, aanstaand, volgend, spoedig

Engels

Uitgebreide vertaling voor future (Engels) in het Nederlands

future:

future [the ~] zelfstandig naamwoord

the future (prospects; perspective; foreland; cape; headland)
de toekomst; het voorland; de toekomsten
- toekomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- voorland [het ~] zelfstandig naamwoord
- toekomsten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
the future (continuation; sequel)
de voortzetting; het vervolg
- voortzetting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vervolg [het ~] zelfstandig naamwoord

future bijvoeglijk naamwoord

future (coming; prospective; intended; next; would-be; will-be; meant)
toekomstig; aankomend; toekomend; toekomstige; aanstaand
- toekomstig bijvoeglijk naamwoord
- aankomend bijvoeglijk naamwoord
- toekomend bijvoeglijk naamwoord
- toekomstige bijvoeglijk naamwoord
- aanstaand bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor future:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
toekomst	cape; foreland; future; headland; perspective; prospects	vision
toekomsten	cape; foreland; future; headland; perspective; prospects
vervolg	continuation; future; sequel
voorland	cape; foreland; future; headland; perspective; prospects
voortzetting	continuation; future; sequel
-	future tense; futurity; hereafter; time to come
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aankomend	coming; future; intended; meant; next; prospective; will-be; would-be
aanstaand	coming; future; intended; meant; next; prospective; will-be; would-be
toekomend	coming; future; intended; meant; next; prospective; will-be; would-be
toekomstig	coming; future; intended; meant; next; prospective; will-be; would-be
-	next; succeeding
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	... to come; coming
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
toekomstige	coming; future; intended; meant; next; prospective; will-be; would-be

Verwante woorden van "future":

futures

Synoniemen voor "future":

approaching; coming; forthcoming; upcoming; future day; early; emerging; rising; in store; prospective; proximo; prox; incoming
later; ulterior; subsequent
next; succeeding; incoming
tense
hereafter; futurity; time to come; time
future tense; tense
commodity; trade good; good

Antoniemen van "future":

past; present

Verwante definities voor "future":

(of elected officers) elected but not yet serving¹
yet to be or coming¹
- some future historian will evaluate him¹
effective in or looking toward the future¹
- he was preparing for future employment opportunities¹
a verb tense or other formation referring to events or states that have not yet happened¹
- future auxiliary¹
bulk commodities bought or sold at an agreed price for delivery at a specified future date¹
a verb tense that expresses actions or states in the future¹
the time yet to come¹

Wiktionary: future

future

adjective

Having to do with or occurring in the future
- future → toekomstig

noun

something that will happen in moments yet to come
- future → toekomst
the time ahead
- future → toekomst

future

noun

de tijd die komen gaat
- toekomst → future

Cross Translation:

From	To	Via
• future	→ later	↔ nachmalig — schriftsprachlich, veraltend: baldig nach einer nicht genau bestimmbaren Zeit beginnend, eintretend, sich ereignend, erfolgend, geschehend
• future	→ toekomst; toekomende tijd; verschiet	↔ avenir — futur, ce qui devoir arriver.
• future	→ in spe; toekomend; toekomstig	↔ futur — Qui concerne l’avenir, qui se produira dans l'avenir.
• future	→ komend; aankomend; aanstaand; volgend; spoedig	↔ prochain — Voisin, suivant.

Verwante vertalingen van future

Remove Ads

Vertaal future van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor future (Engels) in het Nederlands

future:

future [the ~] zelfstandig naamwoord

the future (prospects; perspective; foreland; cape; headland)

the future (continuation; sequel)

future bijvoeglijk naamwoord

future (coming; prospective; intended; next; would-be; will-be; meant)

Vertaal Matrix voor future:

Verwante woorden van "future":

Synoniemen voor "future":

Antoniemen van "future":

Verwante definities voor "future":

Wiktionary: future

Verwante vertalingen van future