Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. gaping:
  2. gape:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor gaping (Engels) in het Nederlands

gaping:

gaping [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the gaping (giving a look of surprise; staring; staring at)
    verbaasd aanzien; verbaasd aangapen; verbaasd aanstaren

Vertaal Matrix voor gaping:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verbaasd aangapen gaping; giving a look of surprise; staring; staring at
verbaasd aanstaren gaping; giving a look of surprise; staring; staring at
verbaasd aanzien gaping; giving a look of surprise; staring; staring at gaping at; gazing at; staring at
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- agape

Verwante woorden van "gaping":

  • gapingly

Synoniemen voor "gaping":


Verwante definities voor "gaping":

  1. with the mouth wide open as in wonder or awe1
    • the gaping audience1

gaping vorm van gape:

to gape werkwoord (gapes, gaped, gaping)

  1. to gape (yawn; gawp; gawk)
    – be wide open 1
    gapen; geeuwen
    • gapen werkwoord (gaap, gaapt, gaapte, gaapten, gegaapt)
    • geeuwen werkwoord (geeuw, geeuwt, geeuwde, geeuwden, gegeeuwd)
  2. to gape (stare; goggle; peer; gaze)
    – look with amazement; look stupidly 1
    staarogen
  3. to gape (gawk at; gape in administration at)
    – look with amazement; look stupidly 1
    vergapen aan
    • vergapen aan werkwoord (vergaap aan, vergaapt aan, vergaapde aan, vergaapden aan, vergapen aan)

Conjugations for gape:

present
  1. gape
  2. gape
  3. gapes
  4. gape
  5. gape
  6. gape
simple past
  1. gaped
  2. gaped
  3. gaped
  4. gaped
  5. gaped
  6. gaped
present perfect
  1. have gaped
  2. have gaped
  3. has gaped
  4. have gaped
  5. have gaped
  6. have gaped
past continuous
  1. was gaping
  2. were gaping
  3. was gaping
  4. were gaping
  5. were gaping
  6. were gaping
future
  1. shall gape
  2. will gape
  3. will gape
  4. shall gape
  5. will gape
  6. will gape
continuous present
  1. am gaping
  2. are gaping
  3. is gaping
  4. are gaping
  5. are gaping
  6. are gaping
subjunctive
  1. be gaped
  2. be gaped
  3. be gaped
  4. be gaped
  5. be gaped
  6. be gaped
diverse
  1. gape!
  2. let's gape!
  3. gaped
  4. gaping
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor gape:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gapen gape; gawk; gawp; yawn
geeuwen gape; gawk; gawp; yawn
staarogen gape; gaze; goggle; peer; stare
vergapen aan gape; gape in administration at; gawk at
- gawk; gawp; goggle; yaw; yawn
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- be loose

Synoniemen voor "gape":


Verwante definities voor "gape":

  1. a stare of amazement (usually with the mouth open)1
  2. an expression of openmouthed astonishment1
  3. look with amazement; look stupidly1
  4. be wide open1
    • the deep gaping canyon1

Wiktionary: gape

gape
verb
  1. To open the mouth wide
gape
verb
  1. met open mond vol verwondering ergens naar kijken

Cross Translation:
FromToVia
gape geeuwen gähnen — den Mund mit Einatmen und Ausatmen als Zeichen der Müdigkeit weit aufsperren
gape dom kijken; gapen; aangapen badauder — Se conduire en badaud.

Verwante vertalingen van gaping