Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor give to (Engels) in het Nederlands

give to:

give to werkwoord

  1. give to (hand over; give; delate; )
    geven; overgeven; overhandigen; aanreiken; aangeven; afgeven; toesteken
    • geven werkwoord (geef, geeft, gaf, gaven, gegeven)
    • overgeven werkwoord (geef over, geeft over, gaf over, gaven over, overgegeven)
    • overhandigen werkwoord (overhandig, overhandigt, overhandigde, overhandigden, overhandigd)
    • aanreiken werkwoord (reik aan, reikt aan, reikte aan, reikten aan, aangereikt)
    • aangeven werkwoord (geef aan, geeft aan, gaf aan, gaven aan, aangegeven)
    • afgeven werkwoord (geef af, geeft af, gaf af, gaven af, afgegeven)
    • toesteken werkwoord (steek toe, steekt toe, stak toe, staken toe, toegestoken)
  2. give to (pass; give; hand over; hand)
    aanreiken; geven; reiken; aangeven
    • aanreiken werkwoord (reik aan, reikt aan, reikte aan, reikten aan, aangereikt)
    • geven werkwoord (geef, geeft, gaf, gaven, gegeven)
    • reiken werkwoord (reik, reikt, reikte, reikten, gereikt)
    • aangeven werkwoord (geef aan, geeft aan, gaf aan, gaven aan, aangegeven)

Vertaal Matrix voor give to:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangeven declaration
afgeven delivering; turning out
overgeven barfing; puking; surrendering; vomiting; yielding
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangeven delate; deliver up; extend; give; give to; hand; hand over; offer; pass; present with betray; declare; define; give; give away; indicate; inform against; peach; pinpoint; point; point out; point to; show; squeak; squeal
aanreiken delate; deliver up; extend; give; give to; hand; hand over; offer; pass; present with give; hand; offer; pass
afgeven delate; deliver up; extend; give; give to; hand; hand over; offer; pass; present with blemish; bring; deliver; deliver to the door; hand in; hand over; leave; stain; surrender; turn in
geven delate; deliver up; extend; give; give to; hand; hand over; offer; pass; present with administer; apply; deliver; dispense; donate; give; hand; hand over to; nurse; offer; pass; pour in; provide
overgeven delate; deliver up; extend; give; give to; hand; hand over; offer; pass; present with be sick; bring up; capitulate; cede; give up; hand oneself in; hand oneself over to; puke; regurgigate; spew; spew out; surrender; throw up; upchuck; vomit; yield
overhandigen delate; deliver up; extend; give; give to; hand; hand over; offer; pass; present with bring; bring around; deliver; deliver to the door; furnish; hand in; hand over; leave; provide; put up for shipment; send; ship; supply; surrender; turn in
reiken give; give to; hand; hand over; pass reach
toesteken delate; deliver up; extend; give; give to; hand; hand over; offer; pass; present with nudge; push to

Verwante vertalingen van give to