Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. grass:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor grass (Engels) in het Nederlands

grass:

grass [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the grass (grassed surface; rush-bottom)
    de gras; de grasmat; de mat
    • gras [de ~] zelfstandig naamwoord
    • grasmat [de ~] zelfstandig naamwoord
    • mat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the grass (lawn; stretch of grass; green)
    het grasperk; het grasveld; het gazon
    • grasperk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • grasveld [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gazon [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. the grass (marijuana; weed; pot)
    de wiet; wied; de marihuana; de stuff; de weed; de hennep
    • wiet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • wied [znw.] zelfstandig naamwoord
    • marihuana [de ~] zelfstandig naamwoord
    • stuff [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • weed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hennep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. the grass (ganja; weed; pot)
    ganja
    • ganja [znw.] zelfstandig naamwoord
  5. the grass (carpet of grass; grass-field; grass-patch; )
    de grasmat; het grastapijt

Vertaal Matrix voor grass:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ganja ganja; grass; pot; weed
gazon grass; green; lawn; stretch of grass
gras grass; grassed surface; rush-bottom
grasmat carpet of grass; grass; grass cover; grass-field; grass-patch; grass-plot; grassed surface; rush-bottom; stretch of grass; turf
grasperk grass; green; lawn; stretch of grass
grastapijt carpet of grass; grass; grass cover; grass-field; grass-patch; grass-plot; stretch of grass; turf
grasveld grass; green; lawn; stretch of grass
hennep grass; marijuana; pot; weed cannabis; hash; hashish; hemp; stuff
marihuana grass; marijuana; pot; weed
mat grass; grassed surface; rush-bottom coaster; door-mat; mat; stand; table-mat
stuff grass; marijuana; pot; weed cannabis; hash; hashish; hemp; stuff
weed grass; marijuana; pot; weed
wied grass; marijuana; pot; weed
wiet grass; marijuana; pot; weed cannabis; hash; hashish; hemp; stuff
- eatage; forage; pasturage; pasture; supergrass
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- grass over
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mat dopey; dozy; drained; drowsy; dull; dusted; frosted; languid; listless; mat; matt; matted; mindless; misty; muzzy; powdered; sleepy; soporific; staggered; stupefied; tired; washed out; weary

Verwante woorden van "grass":

  • grasses

Synoniemen voor "grass":


Verwante definities voor "grass":

  1. bulky food like grass or hay for browsing or grazing horses or cattle1
  2. a police informer who implicates many people1
  3. narrow-leaved green herbage: grown as lawns; used as pasture for grazing animals; cut and dried as hay1
  4. shoot down, of birds1
  5. feed with grass1
  6. cover with grass1
  7. spread out clothes on the grass to let it dry and bleach1
  8. cover with grass1
    • The owners decided to grass their property1

Wiktionary: grass

grass
noun
  1. marijuana
  2. ground cover plant

Cross Translation:
FromToVia
grass gras; kruid herbe — botan|fr (sens strict) Un végétal vert, monocotylédone ou dicotylédone, à tige fine et molle car non ligneuse (pas un tronc ni une stipe), vivace ou annuel, et qui perd tiges et feuilles en hiver.

Verwante vertalingen van grass