Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor guys (Engels) in het Nederlands

guys:

guys [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the guys (chaps; fellows; blokes)
    de knullen
    • knullen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor guys:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
knullen blokes; chaps; fellows; guys

Verwante woorden van "guys":


guy:

guy [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the guy (lad; naughty boy; rascal; scamp; youth)
    de jongen; de rakker
    • jongen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • rakker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the guy (fellow; bloke; chap)
    het sujet; het heerschap; de vent
    • sujet [het ~] zelfstandig naamwoord
    • heerschap [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. the guy (fellow; chap; lad)
    de snuiter
    • snuiter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor guy:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
heerschap bloke; chap; fellow; guy
jongen guy; lad; naughty boy; rascal; scamp; youth
rakker guy; lad; naughty boy; rascal; scamp; youth rascal; rogue
snuiter chap; fellow; guy; lad
sujet bloke; chap; fellow; guy
vent bloke; chap; fellow; guy bloke; chap; cove; fellow; gent; lad; male; man; mister; type
- bozo; cat; guy cable; guy rope; guy wire; hombre
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jongen drop young; give birth; produce young
- blackguard; jest at; laugh at; make fun; poke fun; rib; ridicule; roast
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- bloke; chap; fellow

Verwante woorden van "guy":


Synoniemen voor "guy":


Verwante definities voor "guy":

  1. a cable, wire, or rope that is used to brace something (especially a tent)1
  2. an informal term for a youth or man1
    • a nice guy1
    • the guy's only doing it for some doll1
  3. steady or support with a guy wire or cable1
    • The Italians guyed the Tower of Pisa to prevent it from collapsing1
  4. subject to laughter or ridicule1

Wiktionary: guy

guy
noun
  1. in plural: people
  2. man
guy
noun
  1. informeel|nld jongen, jongeman
  2. zonderling
  3. een kerel, een man

Cross Translation:
FromToVia
guy kerel; pik; vent Kerl — eine männliche Person (Dieser Begriff kann sowohl eine positive als auch eine negative Konnotation tragen je nach Eigenschaft der Männlichkeit, die angesprochen wird.)
guy makker Mackernorddeutsch: Kamerad, der gleichzeitig Chef ist, so der Kapitän und Schiffseigner zum Beispiel auf einem Fischkutter, auch allgemeiner: jemand, der eine Chefposition inne hat
guy man; manspersoon; vent; kerel; manmens; gozer; gast; menselijk wezen hommeêtre humain mâle ; par opposition à la femme.
guy kerel; knul; persoon; snuiter; sujet; vent; enkeling; individu individu — didact|fr entité autonome qui ne peut être ni partager ni diviser sans perdre les caractéristiques qui lui sont propres.
guy kerel; makker; vent mec — individu masculin
guy man; manspersoon; vent; kerel; manmens; gozer; gast mâlehomme dans l’espèce humaine.