Engels

Uitgebreide vertaling voor honours (Engels) in het Nederlands

honours:

honours [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the honours (commendations; accolades; tributes)
    de honneurs; de eerbewijzen
  2. the honours (respecting)
    het achten; eren
    • achten [het ~] zelfstandig naamwoord
    • eren [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor honours:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achten honours; respecting
eerbewijzen accolades; commendations; honours; tributes
eren honours; respecting
honneurs accolades; commendations; honours; tributes honour cards
- honours degree
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achten deem; esteem; esteem highly; have a high regard for; hold in great esteem; praise; reckon; regard; respect; think; value highly
eren honor; honour; pay deference to; praise; show respect for

Synoniemen voor "honours":

  • honours degree; academic degree; degree

Verwante definities voor "honours":

  1. a university degree with honors1

honour:

honour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits

  1. the honour (sense of honour; pride; honor)
    de trots; de eer; het eergevoel
    • trots [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • eer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • eergevoel [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. the honour (decoration; knighthood; order; )
    de onderscheiding; de ridderorde; het ereteken; de decoratie; het onderscheidingsteken
  3. the honour (achievement award; token of appreciaton; accolade; honor)
    de prijs; het eerbewijs
    • prijs [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • eerbewijs [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. the honour (respect; deference; honor)
    de ere
    • ere [de ~] zelfstandig naamwoord
  5. the honour

to honour werkwoord, Brits (honours, honoured, honouring)

  1. to honour (reward; remunerate; pay; repay; honor)
    honoreren; belonen; betalen; bezoldigen; salariëren
    • honoreren werkwoord (honoreer, honoreert, honoreerde, honoreerden, gehonoreerd)
    • belonen werkwoord (beloon, beloont, beloonde, beloonden, beloond)
    • betalen werkwoord (betaal, betaalt, betaalde, betaalden, betaald)
    • bezoldigen werkwoord (bezoldig, bezoldigt, bezoldigde, bezoldigden, bezoldigd)
    • salariëren werkwoord (salariëer, salariëert, salariëerde, salariëerden, gesalariëerd)
  2. to honour (show respect for; pay deference to; praise; honor)
    eren; eerbied bewijzen
  3. to honour (honor)
    eer aandoen; eren; huldigen; hulde bewijzen
  4. to honour (honor)
    in ere houden
    • in ere houden werkwoord (houd in ere, houdt in ere, hield in ere, hielden in ere, in ere gehouden)
  5. to honour (credit; honor)
    eer bewijzen
    • eer bewijzen werkwoord (bewijs eer, bewijst eer, bewees eer, bewezen eer, eer bewezen)
  6. to honour (occupy a position; fulfil; accomplish; honor; fulfill)
    vervullen; functie bekleden
  7. to honour (give an ovation; honor)
    ovatie brengen
    • ovatie brengen werkwoord (breng 'n ovatie, brengt 'n ovatie, bracht 'n ovatie, brachten 'n ovatie, 'n ovatie gebracht)

Conjugations for honour:

present
  1. honour
  2. honour
  3. honours
  4. honour
  5. honour
  6. honour
simple past
  1. honoured
  2. honoured
  3. honoured
  4. honoured
  5. honoured
  6. honoured
present perfect
  1. have honoured
  2. have honoured
  3. has honoured
  4. have honoured
  5. have honoured
  6. have honoured
past continuous
  1. was honouring
  2. were honouring
  3. was honouring
  4. were honouring
  5. were honouring
  6. were honouring
future
  1. shall honour
  2. will honour
  3. will honour
  4. shall honour
  5. will honour
  6. will honour
continuous present
  1. am honouring
  2. are honouring
  3. is honouring
  4. are honouring
  5. are honouring
  6. are honouring
subjunctive
  1. be honoured
  2. be honoured
  3. be honoured
  4. be honoured
  5. be honoured
  6. be honoured
diverse
  1. honour!
  2. let's honour!
  3. honoured
  4. honouring
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor honour:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
betalen paying off; payment; settlement
decoratie badge; decoration; honor; honour; knighthood; medal; order adornment; buttonhole; corsage; decoration; drapery; furnishing; garnishing; ornament
eer honor; honour; pride; sense of honour homage; honouring; inauguration; toast; tribute
eerbewijs accolade; achievement award; honor; honour; token of appreciaton
eergevoel honor; honour; pride; sense of honour
ere deference; honor; honour; respect
eren honours; respecting
ereteken badge; decoration; honor; honour; knighthood; medal; order
onderscheiding badge; decoration; honor; honour; knighthood; medal; order differentiate; distinguishing
onderscheidingsteken badge; decoration; honor; honour; knighthood; medal; order badge; decoration; insignia; mark; medal
prijs accolade; achievement award; honor; honour; token of appreciaton price; prices; prize
ridderorde badge; decoration; honor; honour; knighthood; medal; order
trots honor; honour; pride; sense of honour haughtiness; high-spirit; high-spiritedness; pride; vanity
- accolade; award; honor; laurels; pureness; purity
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
belonen honor; honour; pay; remunerate; repay; reward
betalen honor; honour; pay; remunerate; repay; reward make even; pay; pay off; pay on account; pay up; settle
bezoldigen honor; honour; pay; remunerate; repay; reward
eer aandoen honor; honour
eer bewijzen credit; honor; honour
eerbied bewijzen honor; honour; pay deference to; praise; show respect for
eren honor; honour; pay deference to; praise; show respect for
functie bekleden accomplish; fulfil; fulfill; honor; honour; occupy a position
honoreren honor; honour; pay; remunerate; repay; reward
hulde bewijzen honor; honour
huldigen honor; honour
in ere houden honor; honour cherish someone's memory; hold someone's memory dear
ovatie brengen give an ovation; honor; honour
salariëren honor; honour; pay; remunerate; repay; reward
vervullen accomplish; fulfil; fulfill; honor; honour; occupy a position
- abide by; honor; observe; respect; reward
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
trots aristocratic; arrogant; depreciatory; derogatory; disparaging; distinguished; eminent; glorious; grand; haughty; high-and-mighty; high-bred; lofty; majestic; majestically; pompous; prominent; proud; slighting; solemnly; supercilious; vigorous
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eer before
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
prijs price
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
eervolle onderscheiding honour
- distinction; honor; mark of respect

Synoniemen voor "honour":


Antoniemen van "honour":


Verwante definities voor "honour":

  1. a woman's virtue or chastity1
  2. the quality of being honorable and having a good name1
  3. a tangible symbol signifying approval or distinction1
  4. the state of being honored1
  5. accept as pay1
  6. show respect towards1
  7. bestow honor or rewards upon1

Wiktionary: honour

honour
verb
  1. confer honour on
  2. think of, respect highly
noun
  1. token of praise or respect
    • honoureer
honour
noun
  1. aanzien, roem
  2. eerbetoon
  3. prijzen
verb
  1. iemand hulde of eer bewijzen

Cross Translation:
FromToVia
honour eer; hulde honneursentiment d’une dignité morale, estimer plus haut que tous les biens, et qui porter certaines personnes à des actions loyales, nobles et courageux.
honour eren; huldigen; vereren honorerrendre honneur et respect.

Verwante vertalingen van honours