Engels

Uitgebreide vertaling voor imitation (Engels) in het Nederlands

imitation:

imitation [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the imitation (counterfeit; forgery; fake; falsification; adulteration)
    de namaak; de imitatie; de nep; de nabootsing
    • namaak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • imitatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • nep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • nabootsing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. the imitation (impersonation; mimicry)
    de imitatie; de nabootsing; de navolging; iemand nadoen
  3. the imitation (impersonation)
    verpersonificatie; de vertolking; de uitbeelding

imitation bijvoeglijk naamwoord

  1. imitation (fake)
    namaak; navolging

Vertaal Matrix voor imitation:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
iemand nadoen imitation; impersonation; mimicry
imitatie adulteration; counterfeit; fake; falsification; forgery; imitation; impersonation; mimicry impersonation
nabootsing adulteration; counterfeit; fake; falsification; forgery; imitation; impersonation; mimicry
namaak adulteration; counterfeit; fake; falsification; forgery; imitation industrial counterfeiting
navolging imitation; impersonation; mimicry
nep adulteration; counterfeit; fake; falsification; forgery; imitation cheating; fraud; mess; swindling
uitbeelding imitation; impersonation better picture; closer description; depiction; picture; portrayal
verpersonificatie imitation; impersonation
vertolking imitation; impersonation interpretation
- caricature; impersonation
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- fake; false; faux; simulated
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- copy
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
namaak fake; imitation
navolging fake; imitation
nep copied; fake; forged

Verwante woorden van "imitation":


Synoniemen voor "imitation":


Antoniemen van "imitation":


Verwante definities voor "imitation":

  1. not genuine or real; being an imitation of the genuine article1
    • decorated with imitation palm leaves1
  2. copying (or trying to copy) the actions of someone else1
  3. something copied or derived from an original1
  4. the doctrine that representations of nature or human behavior should be accurate imitations1
  5. a representation of a person that is exaggerated for comic effect1

Wiktionary: imitation

imitation
noun
  1. act of imitating
imitation
noun
  1. nabootsing
  2. imitatie, het nadoen

imitate:

to imitate werkwoord (imitates, imitated, imitating)

  1. to imitate (follow)
    opvolgen; volgen; navolgen
    • opvolgen werkwoord (volg op, volgt op, volgde op, volgden op, opgevolgd)
    • volgen werkwoord (volg, volgt, volgde, volgden, gevolgd)
    • navolgen werkwoord (volg na, volgt na, volgde na, volgden na, nagevolgd)
  2. to imitate (take off; copy)
    nabootsen; kopiëren; namaken
    • nabootsen werkwoord (boots na, bootst na, bootste na, bootsten na, nagebootst)
    • kopiëren werkwoord (kopiëer, kopiëert, kopiëerde, kopiëerden, gekopiëerd)
    • namaken werkwoord (maak na, maakt na, maakte na, maakten na, nagemaakt)
  3. to imitate (copy)
    nadoen; nabootsen; navolgen; imiteren
    • nadoen werkwoord (doe na, doet na, deed na, deden na, nagedaan)
    • nabootsen werkwoord (boots na, bootst na, bootste na, bootsten na, nagebootst)
    • navolgen werkwoord (volg na, volgt na, volgde na, volgden na, nagevolgd)
    • imiteren werkwoord (imiteer, imiteert, imiteerde, imiteerden, geïmiteerd)
  4. to imitate
    naäpen
    • naäpen werkwoord (aap na, aapt na, aapte na, aapten na, nageaapt)
  5. to imitate (falsify; forge; counterfeit)
    falsificeren; namaken; vervalsen; kopiëren; nabootsen
    • falsificeren werkwoord (falsificeer, falsificeert, falsificeerde, falsificeerden, gefalsificeerd)
    • namaken werkwoord (maak na, maakt na, maakte na, maakten na, nagemaakt)
    • vervalsen werkwoord (vervals, vervalst, vervalste, vervalsten, vervalst)
    • kopiëren werkwoord (kopiëer, kopiëert, kopiëerde, kopiëerden, gekopiëerd)
    • nabootsen werkwoord (boots na, bootst na, bootste na, bootsten na, nagebootst)

Conjugations for imitate:

present
  1. imitate
  2. imitate
  3. imitates
  4. imitate
  5. imitate
  6. imitate
simple past
  1. imitated
  2. imitated
  3. imitated
  4. imitated
  5. imitated
  6. imitated
present perfect
  1. have imitated
  2. have imitated
  3. has imitated
  4. have imitated
  5. have imitated
  6. have imitated
past continuous
  1. was imitating
  2. were imitating
  3. was imitating
  4. were imitating
  5. were imitating
  6. were imitating
future
  1. shall imitate
  2. will imitate
  3. will imitate
  4. shall imitate
  5. will imitate
  6. will imitate
continuous present
  1. am imitating
  2. are imitating
  3. is imitating
  4. are imitating
  5. are imitating
  6. are imitating
subjunctive
  1. be imitated
  2. be imitated
  3. be imitated
  4. be imitated
  5. be imitated
  6. be imitated
diverse
  1. imitate!
  2. let's imitate!
  3. imitated
  4. imitating
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor imitate:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kopiëren copying
volgen following; pursuing; tailing
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
falsificeren counterfeit; falsify; forge; imitate
imiteren copy; imitate
kopiëren copy; counterfeit; falsify; forge; imitate; take off copy; crib; duplicate; make a copy; make a copy of; multiply; stencil
nabootsen copy; counterfeit; falsify; forge; imitate; take off
nadoen copy; imitate
namaken copy; counterfeit; falsify; forge; imitate; take off
navolgen copy; follow; imitate come after; follow
naäpen imitate
opvolgen follow; imitate
vervalsen counterfeit; falsify; forge; imitate
volgen follow; imitate accompany; chaperon; chase; come along with; conduct; ensue; escort; follow; go after; haunt; persecute; pursue; run after; track; walk along; watch
- copy; simulate
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- copy

Verwante woorden van "imitate":


Synoniemen voor "imitate":


Verwante definities voor "imitate":

  1. make a reproduction or copy of1
  2. reproduce someone's behavior or looks1
    • The mime imitated the passers-by1
  3. appear like, as in behavior or appearance1
    • Life imitate art1

Wiktionary: imitate

imitate
verb
  1. to follow as a model
imitate
verb
  1. doen wat iemand anders doet
  2. nadoen, imiteren

Cross Translation:
FromToVia
imitate imiteren imitieren — etwas nach dem Muster, Vorbild von etwas Anderem tun
imitate kopiëren copier — Reproduire par une imitation exacte (2)
imitate imiteren; nabootsen; nadoen imiter — Traductions à trier suivant le sens

Verwante vertalingen van imitation