Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. insulation:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor insulation (Engels) in het Nederlands

insulation:

insulation [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the insulation (isolation)
    de isolatie
    • isolatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. the insulation (separation; secretion; isolation)
    de afscheiding; de isolering; de afzondering
  3. the insulation (non-conductor; isolation)
    antigeleiding; de isolator

Vertaal Matrix voor insulation:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afscheiding insulation; isolation; secretion; separation dividing wall; fence; fencing; partition; religious conflict; rupture; schism; seperation; septum; splitting off
afzondering insulation; isolation; secretion; separation
antigeleiding insulation; isolation; non-conductor
isolatie insulation; isolation isolation
isolator insulation; isolation; non-conductor insulator
isolering insulation; isolation; secretion; separation
- detachment; insulant; insularism; insularity; insulating material

Synoniemen voor "insulation":


Verwante definities voor "insulation":

  1. the act of protecting something by surrounding it with material that reduces or prevents the transmission of sound or heat or electricity1
  2. the state of being isolated or detached1
    • the insulation of England was preserved by the English Channel1
  3. a material that reduces or prevents the transmission of heat or sound or electricity1

Wiktionary: insulation

insulation
Cross Translation:
FromToVia
insulation isolatie Isolation — Material mit hohem Widerstand gegen elektrischen Stromfluss
insulation isolering Isolierung — kPl.: der Vorgang des isolieren (Vereinzelung, Abkapselung)
insulation isolatie IsolierungTrennschicht aus Isoliermaterial (elektrisch, thermisch)

Verwante vertalingen van insulation