Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal insurer

Vertaal insurer van Engels naar Nederlands

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

insurer:
- verzekeraar; assuradeur
Wiktionary:
- insurer → verzekeraar, assuradeur
- insurer → assuradeur, verzekeraar, verzekeringsagent

Engels

Uitgebreide vertaling voor insurer (Engels) in het Nederlands

insurer:

insurer [the ~] zelfstandig naamwoord

the insurer
de verzekeraar; de assuradeur
- verzekeraar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- assuradeur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor insurer:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
assuradeur	insurer
verzekeraar	insurer
-	insurance company; insurance firm; insurance underwriter; underwriter

Verwante woorden van "insurer":

insurers

Synoniemen voor "insurer":

insurance company; insurance firm; insurance underwriter; underwriter; nondepository financial institution

Verwante definities voor "insurer":

a financial institution that sells insurance¹

Wiktionary: insurer

insurer

noun

one who insures
- insurer → verzekeraar

insurer

noun

een onderneming die verzekeringen afsluit
- assuradeur → insurer

Cross Translation:

From	To	Via
• insurer	→ assuradeur; verzekeraar; verzekeringsagent	↔ assureur — Personne qui assure un dommage, un risque.

Verwante vertalingen van insurer

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University