Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. intensifier:
  2. intensify:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor intensifier (Engels) in het Nederlands

intensifier:

intensifier [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the intensifier (amplifier)
    de versterker

Vertaal Matrix voor intensifier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
versterker amplifier; intensifier
- intensive

Verwante woorden van "intensifier":

  • intensifiers

Synoniemen voor "intensifier":


Verwante definities voor "intensifier":

  1. a modifier that has little meaning except to intensify the meaning it modifies1
    • `up' in `finished up' is an intensifier1
    • `honestly' in `I honestly don't know' is an intensifier1

Wiktionary: intensifier

intensifier
noun
  1. versterker

intensify:

to intensify werkwoord (intensifies, intensified, intensifying)

  1. to intensify (strengthen; amplify; invigorate; )
    versterken; intensiveren; aanscherpen; toespitsen; verhevigen
    • versterken werkwoord (versterk, versterkt, versterkte, versterkten, versterkt)
    • intensiveren werkwoord (intensiveer, intensiveert, intensiveerde, intensiveerden, geïntensiveerd)
    • aanscherpen werkwoord
    • toespitsen werkwoord (spits toe, spitst toe, spitste toe, spitsten toe, toegespitst)
    • verhevigen werkwoord (verhevig, verhevigt, verhevigde, verhevigden, verhevigd)
  2. to intensify (strengthen; reinforce; become stronger)
    versterken; sterker worden; sterken
    • versterken werkwoord (versterk, versterkt, versterkte, versterkten, versterkt)
    • sterker worden werkwoord (word sterker, wordt sterker, werd sterker, werden sterker, sterker geworden)
    • sterken werkwoord (sterk, sterkt, sterkte, sterkten, gesterkt)

Conjugations for intensify:

present
  1. intensify
  2. intensify
  3. intensifies
  4. intensify
  5. intensify
  6. intensify
simple past
  1. intensified
  2. intensified
  3. intensified
  4. intensified
  5. intensified
  6. intensified
present perfect
  1. have intensified
  2. have intensified
  3. has intensified
  4. have intensified
  5. have intensified
  6. have intensified
past continuous
  1. was intensifying
  2. were intensifying
  3. was intensifying
  4. were intensifying
  5. were intensifying
  6. were intensifying
future
  1. shall intensify
  2. will intensify
  3. will intensify
  4. shall intensify
  5. will intensify
  6. will intensify
continuous present
  1. am intensifying
  2. are intensifying
  3. is intensifying
  4. are intensifying
  5. are intensifying
  6. are intensifying
subjunctive
  1. be intensified
  2. be intensified
  3. be intensified
  4. be intensified
  5. be intensified
  6. be intensified
diverse
  1. intensify!
  2. let's intensify!
  3. intensified
  4. intensifying
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor intensify:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanscherpen acumilate; amplify; deepen; fortify; intensify; invigorate; strengthen accentuate; sharpen
intensiveren acumilate; amplify; deepen; fortify; intensify; invigorate; strengthen
sterken become stronger; intensify; reinforce; strengthen seek refuge in
sterker worden become stronger; intensify; reinforce; strengthen
toespitsen acumilate; amplify; deepen; fortify; intensify; invigorate; strengthen
verhevigen acumilate; amplify; deepen; fortify; intensify; invigorate; strengthen
versterken acumilate; amplify; become stronger; deepen; fortify; intensify; invigorate; reinforce; strengthen
- compound; deepen; escalate; heighten; step up

Verwante woorden van "intensify":


Synoniemen voor "intensify":


Antoniemen van "intensify":

  • de-escalate

Verwante definities voor "intensify":

  1. become more intense1
    • The debate intensified1
  2. make more intense, stronger, or more marked1
    • The efforts were intensified1
    • Her rudeness intensified his dislike for her1
  3. increase in extent or intensity1
  4. make the chemically affected part of (a negative) denser or more opaque in order produce a stronger contrast between light and dark1

Wiktionary: intensify

intensify
verb
  1. To render more intense
intensify
verb
  1. heviger worden

Cross Translation:
FromToVia
intensify intensiveren intensivierentransitiv: etwas verstärken, steigern, intensiver gestalten
intensify groeien; aangroeien; stijgen; toenemen; nasynchroniseren; verdubbelen redoubler — Traductions à trier suivant le sens