Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor invigorating (Engels) in het Nederlands

invigorating:

invigorating bijvoeglijk naamwoord

  1. invigorating (revitalizing; revitalising)
    levenwekkend; levendmakend; levengevend

Vertaal Matrix voor invigorating:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
levendmakend invigorating; revitalising; revitalizing
levenwekkend invigorating; revitalising; revitalizing
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
levengevend invigorating; revitalising; revitalizing

Verwante woorden van "invigorating":


Synoniemen voor "invigorating":


Antoniemen van "invigorating":

  • debilitating

Verwante definities voor "invigorating":

  1. imparting strength and vitality1
    • the invigorating mountain air1

invigorating vorm van invigorate:

to invigorate werkwoord (invigorates, invigorated, invigorating)

  1. to invigorate (intensify; strengthen; amplify; )
    versterken; intensiveren; aanscherpen; toespitsen; verhevigen
    • versterken werkwoord (versterk, versterkt, versterkte, versterkten, versterkt)
    • intensiveren werkwoord (intensiveer, intensiveert, intensiveerde, intensiveerden, geïntensiveerd)
    • aanscherpen werkwoord
    • toespitsen werkwoord (spits toe, spitst toe, spitste toe, spitsten toe, toegespitst)
    • verhevigen werkwoord (verhevig, verhevigt, verhevigde, verhevigden, verhevigd)

Conjugations for invigorate:

present
  1. invigorate
  2. invigorate
  3. invigorates
  4. invigorate
  5. invigorate
  6. invigorate
simple past
  1. invigorated
  2. invigorated
  3. invigorated
  4. invigorated
  5. invigorated
  6. invigorated
present perfect
  1. have invigorated
  2. have invigorated
  3. has invigorated
  4. have invigorated
  5. have invigorated
  6. have invigorated
past continuous
  1. was invigorating
  2. were invigorating
  3. was invigorating
  4. were invigorating
  5. were invigorating
  6. were invigorating
future
  1. shall invigorate
  2. will invigorate
  3. will invigorate
  4. shall invigorate
  5. will invigorate
  6. will invigorate
continuous present
  1. am invigorating
  2. are invigorating
  3. is invigorating
  4. are invigorating
  5. are invigorating
  6. are invigorating
subjunctive
  1. be invigorated
  2. be invigorated
  3. be invigorated
  4. be invigorated
  5. be invigorated
  6. be invigorated
diverse
  1. invigorate!
  2. let's invigorate!
  3. invigorated
  4. invigorating
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor invigorate:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanscherpen acumilate; amplify; deepen; fortify; intensify; invigorate; strengthen accentuate; sharpen
intensiveren acumilate; amplify; deepen; fortify; intensify; invigorate; strengthen
toespitsen acumilate; amplify; deepen; fortify; intensify; invigorate; strengthen
verhevigen acumilate; amplify; deepen; fortify; intensify; invigorate; strengthen
versterken acumilate; amplify; deepen; fortify; intensify; invigorate; strengthen become stronger; intensify; reinforce; strengthen
- animate; enliven; exalt; inspire; liven; liven up; quicken; reinvigorate

Verwante woorden van "invigorate":


Synoniemen voor "invigorate":


Antoniemen van "invigorate":


Verwante definities voor "invigorate":

  1. impart vigor, strength, or vitality to1
    • Exercise is invigorating1
  2. make lively1
  3. give life or energy to1
    • The cold water invigorated him1
  4. heighten or intensify1