Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. lamb:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor lamb (Engels) in het Nederlands

lamb:

lamb [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the lamb
    het lam; het lammetje
    • lam [het ~] zelfstandig naamwoord
    • lammetje [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. the lamb (lamb meat)
    het lamsvlees
  3. the lamb (kind soul; lambkin; softy)
    joris goedbloed; de goeierd; de goedzak

Vertaal Matrix voor lamb:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
goedzak kind soul; lamb; lambkin; softy
goeierd kind soul; lamb; lambkin; softy
joris goedbloed kind soul; lamb; lambkin; softy
lam lamb
lammetje lamb
lamsvlees lamb; lamb meat
- dear
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lam crippled; lame; palsied; paralysed

Verwante woorden van "lamb":


Synoniemen voor "lamb":


Verwante definities voor "lamb":

  1. young sheep1
  2. the flesh of a young domestic sheep eaten as food1
  3. a sweet innocent mild-mannered person (especially a child)1
  4. a person easily deceived or cheated (especially in financial matters)1
  5. give birth to a lamb1
    • the ewe lambed1

Wiktionary: lamb

lamb
verb
  1. of a sheep, to give birth
noun
  1. flesh of lamb as food
  2. young sheep

Cross Translation:
FromToVia
lamb lam Lammunzählbar: Fleisch vom [1]
lamb lam Lamm — das junge Schaf
lamb schapen Schäfchen — kleines Schaf
lamb lamsvlees; lam agneau — éleva|fr petit du mouton et de la brebis.

Verwante vertalingen van lamb