Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. life partner:


Engels

Uitgebreide vertaling voor life partner (Engels) in het Nederlands

life partner:

life partner [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the life partner (life companion; consort; spouse)
    de levenspartner; de partner; de levensgezel

Vertaal Matrix voor life partner:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
levensgezel consort; life companion; life partner; spouse companion; husband; life companion; partner; spouse
levenspartner consort; life companion; life partner; spouse companion; husband; life companion; partner; spouse
partner consort; life companion; life partner; spouse brother-in-arms; business contact; business relation; chum; companion; comrade; female partner; friend; husband; life companion; mate; pal; partner; spouse; supporter
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
partner partner

Verwante vertalingen van life partner