Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. lingo:


Engels

Uitgebreide vertaling voor lingo (Engels) in het Nederlands

lingo:

lingo [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the lingo (professional language; jargon; technical language)
    het jargon; de vaktaal
    • jargon [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vaktaal [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. the lingo (terminology; nomenclature; jargon; professional language)
    de terminologie

Vertaal Matrix voor lingo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jargon jargon; lingo; professional language; technical language
terminologie jargon; lingo; nomenclature; professional language; terminology terminology
vaktaal jargon; lingo; professional language; technical language
- argot; cant; jargon; patois; slang; vernacular

Verwante woorden van "lingo":

  • lingoes

Synoniemen voor "lingo":


Verwante definities voor "lingo":

  1. a characteristic language of a particular group (as among thieves)1
    • they don't speak our lingo1

Verwante vertalingen van lingo