Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. loiter:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor loiter (Engels) in het Nederlands

loiter:

to loiter werkwoord (loiters, loitered, loitering)

  1. to loiter (linger; stay; sojourn)
    blijven; vertoeven; verwijlen; toeven
    • blijven werkwoord (blijf, blijft, bleef, bleven, gebleven)
    • vertoeven werkwoord (vertoef, vertoeft, vertoefde, vertoefden, vertoefd)
    • verwijlen werkwoord (verwijl, verwijlt, verwijlde, verwijlden, verwijld)
    • toeven werkwoord (toef, toeft, toefte, toeften, getoefd)
  2. to loiter (dawdle; linger; tarry; waffle)
    treuzelen; talmen; drentelen; teuten; dralen
    • treuzelen werkwoord (treuzel, treuzelt, treuzelde, treuzelden, getreuzeld)
    • talmen werkwoord (talm, talmt, talmde, talmden, getalmd)
    • drentelen werkwoord (drentel, drentelt, drentelde, drentelden, gedrenteld)
    • teuten werkwoord (teut, teutte, teutten, geteut)
    • dralen werkwoord (draal, draalt, draalde, draalden, gedraald)

Conjugations for loiter:

present
  1. loiter
  2. loiter
  3. loiters
  4. loiter
  5. loiter
  6. loiter
simple past
  1. loitered
  2. loitered
  3. loitered
  4. loitered
  5. loitered
  6. loitered
present perfect
  1. have loitered
  2. have loitered
  3. has loitered
  4. have loitered
  5. have loitered
  6. have loitered
past continuous
  1. was loitering
  2. were loitering
  3. was loitering
  4. were loitering
  5. were loitering
  6. were loitering
future
  1. shall loiter
  2. will loiter
  3. will loiter
  4. shall loiter
  5. will loiter
  6. will loiter
continuous present
  1. am loitering
  2. are loitering
  3. is loitering
  4. are loitering
  5. are loitering
  6. are loitering
subjunctive
  1. be loitered
  2. be loitered
  3. be loitered
  4. be loitered
  5. be loitered
  6. be loitered
diverse
  1. loiter!
  2. let's loiter!
  3. loitered
  4. loitering
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor loiter:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blijven linger; loiter; sojourn; stay continue; last; remain; stay; stay the same
dralen dawdle; linger; loiter; tarry; waffle dawdle; delay; hang about; hang around; linger; procrastinate; put off; retard; saunter; tarry
drentelen dawdle; linger; loiter; tarry; waffle dawdle; delay; linger; procrastinate; put off; retard; saunter; stroll; tarry
talmen dawdle; linger; loiter; tarry; waffle brood over; dawdle; defer; delay; deter; doubt; hang about; hang around; hesitate; linger; procrastinate; put off; retard; saunter; tarry; waver
teuten dawdle; linger; loiter; tarry; waffle dawdle; delay; linger; procrastinate; put off; retard; saunter; tarry
toeven linger; loiter; sojourn; stay
treuzelen dawdle; linger; loiter; tarry; waffle dawdle; delay; linger; procrastinate; put off; retard; saunter; tarry
vertoeven linger; loiter; sojourn; stay
verwijlen linger; loiter; sojourn; stay

Verwante woorden van "loiter":


Synoniemen voor "loiter":


Wiktionary: loiter

loiter
verb
  1. to stand about idly
loiter
verb
  1. op een plaats langdurig verblijven zonder iets te doen te hebben