Engels

Uitgebreide vertaling voor magic (Engels) in het Nederlands

magic:

magic [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the magic
    de magie
    • magie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. the magic (conjuring; juggling; hocus-pocus)
    het gegoochel; de goochelarij
  3. the magic (sorcery; enchantment; witchcraft; magic spell; magic power)
    de tovenarij
  4. the magic (sorcery; witchcraft; witchery; )
    de hekserij; zwarte magie; de toverij; het heksenwerk
  5. the magic (the art of magic; jugglery; hocus pocus)
    de kunst van het goochelen; de goochelarij; de hocus-pocus
  6. the magic (magic power)
    de toverkracht
  7. the magic (sorcery; enchantment; witchcraft; magic power; magic spell)
    de toverkunst

Vertaal Matrix voor magic:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
de kunst van het goochelen hocus pocus; jugglery; magic; the art of magic
gegoochel conjuring; hocus-pocus; juggling; magic
goochelarij conjuring; hocus pocus; hocus-pocus; jugglery; juggling; magic; the art of magic conjuring trick; magic trick; piece of jugglery
heksenwerk black magic; magic; magic trick; piece of magic; sorcery; witchcraft; witchery very difficult job
hekserij black magic; magic; magic trick; piece of magic; sorcery; witchcraft; witchery
hocus-pocus hocus pocus; jugglery; magic; the art of magic hocus-pocus; mumbo-jumbo
magie magic
tovenarij enchantment; magic; magic power; magic spell; sorcery; witchcraft
toverij black magic; magic; magic trick; piece of magic; sorcery; witchcraft; witchery
toverkracht magic; magic power
toverkunst enchantment; magic; magic power; magic spell; sorcery; witchcraft
zwarte magie black magic; magic; magic trick; piece of magic; sorcery; witchcraft; witchery
- conjuration; conjuring trick; deception; illusion; legerdemain; magic trick; thaumaturgy; trick
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- charming; magical; sorcerous; witching; wizard; wizardly
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- magical; stroke of magic

Verwante woorden van "magic":

  • magics

Synoniemen voor "magic":


Verwante definities voor "magic":

  1. possessing or using or characteristic of or appropriate to supernatural powers1
    • magic signs that protect against adverse influence1
  2. an illusory feat; considered magical by naive observers1
  3. any art that invokes supernatural powers1

Wiktionary: magic

magic
adjective
  1. featuring illusions that are usually performed for entertainment
  2. Producing extraordinary results; wonderful, amazing
  3. having supernatural talents, properties or qualities
noun
  1. something spectacular or wonderful
  2. illusion performed to give the appearance of magic or the supernatural
  3. ritual associated with supernatural magic or mysticism
  4. use of supernatural rituals, forces etc.
magic
noun
  1. toverkunst; kracht waar een tovenaar over beschikt om dingen te verwezenlijken die een bovennatuurlijke indruk maken
adjective
  1. met een bijzondere, bovennatuurlijke betekenis

Cross Translation:
FromToVia
magic magie Zauber — übernatürliche Wirkung, magische Manipulation, die nicht den Naturgesetzen unterliegt; unerklärlicher Vorgang
magic magie; toverkunst magie — fanta|fr art prétendre auquel on attribuer le pouvoir d’opérer, par des moyens occultes, des effets surprenants et merveilleux.

Verwante vertalingen van magic