Mischief in het Nederlands vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

mischief:
- ondeugendheid; kattenkwaad; baldadigheid; kwajongensstreek; schelmenstreek; schelmerij; schelmsheid; schalksheid; snaaksheid
Wiktionary:
- mischief → pijn

Engels

Uitgebreide vertaling voor mischief (Engels) in het Nederlands

the mischief (monkey trick; prank; boyish prank; practical joke)
de ondeugendheid; het kattenkwaad; de baldadigheid; de kwajongensstreek; de schelmenstreek; de schelmerij
- ondeugendheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- kattenkwaad [het ~] zelfstandig naamwoord
- baldadigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- kwajongensstreek [de ~] zelfstandig naamwoord
- schelmenstreek [de ~] zelfstandig naamwoord
- schelmerij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the mischief (roguishness; impishness)
schelmsheid; de schalksheid; de snaaksheid
- schelmsheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- schalksheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- snaaksheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
baldadigheid	boyish prank; mischief; monkey trick; practical joke; prank
kattenkwaad	boyish prank; mischief; monkey trick; practical joke; prank
kwajongensstreek	boyish prank; mischief; monkey trick; practical joke; prank
ondeugendheid	boyish prank; mischief; monkey trick; practical joke; prank	naughtiness
schalksheid	impishness; mischief; roguishness
schelmenstreek	boyish prank; mischief; monkey trick; practical joke; prank
schelmerij	boyish prank; mischief; monkey trick; practical joke; prank
schelmsheid	impishness; mischief; roguishness
snaaksheid	impishness; mischief; roguishness	amusingness; comedy; drollery; mischievousness; waggishness
-	balefulness; maleficence
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	naughtiness

mischief-making; mischievousness; deviltry; devilry; devilment; rascality; roguery; roguishness; shenanigan; misbehavior; misbehaviour; misdeed
maleficence; balefulness; evil; evilness

Cross Translation:

From	To	Via
• mischief	→ pijn	↔ mal — (religion) Ce qui refuser par une doctrine, un dogme religieux.