Engels

Uitgebreide vertaling voor opposing (Engels) in het Nederlands

opposing:

opposing bijvoeglijk naamwoord

  1. opposing (otherwise; contrary)
    tegenovergesteld; tegengesteld; andersom; contrarie; tegendeel; omgekeerd

Vertaal Matrix voor opposing:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tegendeel antipole; contrary; opposite; reverse
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
omgekeerd contrary; opposing; otherwise inside out; opposite; turned round; upside down; vice versa; wrong side out
tegengesteld contrary; opposing; otherwise antipodal; conflicting; contradictory; incompatible; opposite
tegenovergesteld contrary; opposing; otherwise
- opponent
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
andersom contrary; opposing; otherwise
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
contrarie contrary; opposing; otherwise
tegendeel contrary; opposing; otherwise

Verwante woorden van "opposing":


Synoniemen voor "opposing":


Verwante definities voor "opposing":

  1. characterized by active hostility1
    • opponent (or opposing) armies1

Wiktionary: opposing


Cross Translation:
FromToVia
opposing tegengesteld; tegenliggend; tegenstaand; tegenstrijdig; strijdig opposé — Qui est contraire, de différente nature.

oppose:

to oppose werkwoord (opposes, opposed, opposing)

  1. to oppose (thwart; counteract; withstand; resist)
    tegenwerken; tegengaan; tegenstreven; weerstreven
    • tegenwerken werkwoord (werk tegen, werkt tegen, werkte tegen, werkten tegen, tegengewerkt)
    • tegengaan werkwoord (ga tegen, gaat tegen, ging tegen, gingen tegen, tegengegaan)
    • tegenstreven werkwoord (streef tegen, streeft tegen, streefte tegen, streeften tegen, tegengestreefd)
    • weerstreven werkwoord (weerstreef, weerstreeft, weerstreefde, weerstreefden, weerstreefd)
  2. to oppose (thwart; hinder; sabotage; )
    tegenwerken; dwarsbomen; dwarsliggen
    • tegenwerken werkwoord (werk tegen, werkt tegen, werkte tegen, werkten tegen, tegengewerkt)
    • dwarsbomen werkwoord (dwarsboom, dwarsboomt, dwarsboomde, dwarsboomden, gedwarsboomd)
    • dwarsliggen werkwoord (lig dwars, ligt dwars, lag dwars, lagen dwars, dwarsgelegen)

Conjugations for oppose:

present
  1. oppose
  2. oppose
  3. opposes
  4. oppose
  5. oppose
  6. oppose
simple past
  1. opposed
  2. opposed
  3. opposed
  4. opposed
  5. opposed
  6. opposed
present perfect
  1. have opposed
  2. have opposed
  3. has opposed
  4. have opposed
  5. have opposed
  6. have opposed
past continuous
  1. was opposing
  2. were opposing
  3. was opposing
  4. were opposing
  5. were opposing
  6. were opposing
future
  1. shall oppose
  2. will oppose
  3. will oppose
  4. shall oppose
  5. will oppose
  6. will oppose
continuous present
  1. am opposing
  2. are opposing
  3. is opposing
  4. are opposing
  5. are opposing
  6. are opposing
subjunctive
  1. be opposed
  2. be opposed
  3. be opposed
  4. be opposed
  5. be opposed
  6. be opposed
diverse
  1. oppose!
  2. let's oppose!
  3. opposed
  4. opposing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor oppose:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tegengaan damming
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dwarsbomen cross; hinder; oppose; prevent; sabotage; stem; stop; thwart; upset
dwarsliggen cross; hinder; oppose; prevent; sabotage; stem; stop; thwart; upset
tegengaan counteract; oppose; resist; thwart; withstand
tegenstreven counteract; oppose; resist; thwart; withstand
tegenwerken counteract; cross; hinder; oppose; prevent; resist; sabotage; stem; stop; thwart; upset; withstand hinder; make it difficult; make it hard
weerstreven counteract; oppose; resist; thwart; withstand
- contradict; controvert; counterbalance; defend; fight; fight back; fight down; match; pit; play off; react
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- contradict; discount; recommend the rejection of; stand out against

Verwante woorden van "oppose":


Synoniemen voor "oppose":


Verwante definities voor "oppose":

  1. be against; express opposition to1
    • We oppose the ban on abortion1
  2. be resistant to1
    • The board opposed his motion1
  3. set into opposition or rivalry1
  4. fight against or resist strongly1
    • The senator said he would oppose the bill1
  5. act against or in opposition to1
  6. contrast with equal weight or force1

Wiktionary: oppose

oppose
verb
  1. to attempt to stop the progression of
oppose
verb
  1. tegenwerken, moeilijkheden geven

Cross Translation:
FromToVia
oppose oppositie voeren; opponeren opponieren — (intransitiv) einen gegensätzlichen Standpunkt einnehmen
oppose opponeren opposermettre une chose vis-à-vis d’une autre, ou en placer plusieurs de manière à faire contraste.

Verwante vertalingen van opposing