Engels

Uitgebreide vertaling voor pantry (Engels) in het Nederlands

pantry:

pantry [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the pantry (larder; store; depot; warehouse)
    de provisiekast

Vertaal Matrix voor pantry:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
provisiekast depot; larder; pantry; store; warehouse
- buttery; larder

Verwante woorden van "pantry":

  • pantries

Synoniemen voor "pantry":


Verwante definities voor "pantry":

  1. a small storeroom for storing foods or wines1

Wiktionary: pantry

pantry
noun
  1. storage room
pantry
noun
  1. een voorraadkast, een provisiekast

Cross Translation:
FromToVia
pantry voorraadkamer Vorratskammer — Raum oder Aufbewahrungsort, an dem Vorräte gelagert werden, speziell Nahrungsmittelvorräte
pantry bijkeuken office — Annexe de la cuisine
pantry reserve; voorbehoud; provisie; voorziening; magazijn; provisiekamer; voorraadkamer; provisiekast; voorraad; restrictie; bergplaats; bergruimte; bewaarplaats; opslag; opslagplaats réserveaction de réserver.

Verwante vertalingen van pantry