Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. preside:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor preside (Engels) in het Nederlands

preside:

to preside werkwoord (presides, presided, presiding)

  1. to preside (command; lead; direct)
    leiden; besturen; aanvoeren; voorzitten; leiding geven; managen
    • leiden werkwoord (leid, leidt, leidde, leidden, geleid)
    • besturen werkwoord (bestuur, bestuurt, bestuurde, bestuurden, bestuurd)
    • aanvoeren werkwoord (voer aan, voert aan, voerde aan, voerden aan, aangevoerd)
    • voorzitten werkwoord (zit voor, zat voor, zaten voor, voorgezeten)
    • leiding geven werkwoord
    • managen werkwoord (manage, managed, managde, managden, gemanaged)
  2. to preside (be in command of; take the lead; command; order)
    leiden; aanvoeren; commanderen; bevel voeren over; leidinggeven
    • leiden werkwoord (leid, leidt, leidde, leidden, geleid)
    • aanvoeren werkwoord (voer aan, voert aan, voerde aan, voerden aan, aangevoerd)
    • commanderen werkwoord (commandeer, commandeert, commandeerde, commandeerden, gecommandeerd)
    • bevel voeren over werkwoord
    • leidinggeven werkwoord (geef leiding, geeft leiding, gaf leiding, gaven leiding, leiding gegeven)

Conjugations for preside:

present
  1. preside
  2. preside
  3. presides
  4. preside
  5. preside
  6. preside
simple past
  1. presided
  2. presided
  3. presided
  4. presided
  5. presided
  6. presided
present perfect
  1. have presided
  2. have presided
  3. has presided
  4. have presided
  5. have presided
  6. have presided
past continuous
  1. was presiding
  2. were presiding
  3. was presiding
  4. were presiding
  5. were presiding
  6. were presiding
future
  1. shall preside
  2. will preside
  3. will preside
  4. shall preside
  5. will preside
  6. will preside
continuous present
  1. am presiding
  2. are presiding
  3. is presiding
  4. are presiding
  5. are presiding
  6. are presiding
subjunctive
  1. be presided
  2. be presided
  3. be presided
  4. be presided
  5. be presided
  6. be presided
diverse
  1. preside!
  2. let's preside!
  3. presided
  4. presiding
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor preside:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanvoeren command; front position; lead; leading; taking the lead
besturen directing; governing; leading; ruling
leidinggeven directing; leading
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanvoeren be in command of; command; direct; lead; order; preside; take the lead bring forward; bring up; broach; broach a subject; cut; cut into; initiate; intimate; introduce; propose; put forward; put on the table; raise; reap; sting; suggest; throw up; toss in the air; toss up
besturen command; direct; lead; preside administer; manage; run
bevel voeren over be in command of; command; order; preside; take the lead
commanderen be in command of; command; order; preside; take the lead charge; command; commission; decree; dedicate; devote; dictate; exert power; force; order; rule
leiden be in command of; command; direct; lead; order; preside; take the lead direct; guide; lead; point the direction
leiding geven command; direct; lead; preside
leidinggeven be in command of; command; order; preside; take the lead
managen command; direct; lead; preside cope with; manage
voorzitten command; direct; lead; preside

Verwante woorden van "preside":

  • presiding

Synoniemen voor "preside":


Verwante definities voor "preside":

  1. act as president1
    • preside over companies and corporations1

Wiktionary: preside

preside
verb
  1. to act as a president or chairperson
preside
verb
  1. leiding geven aan een vergadering

Cross Translation:
FromToVia
preside presideren; voorzitten présideroccuper la premier place dans une assemblée, avoir charge d’y maintenir l’ordre, d’y donner la parole, de recueillir les voix et de proclamer les décisions qu’elle rendre.