Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. protein:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor protein (Engels) in het Nederlands

protein:

protein [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the protein (albumin)
    de proteïne; het eiwit
    • proteïne [de ~] zelfstandig naamwoord
    • eiwit [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor protein:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eiwit albumin; protein
proteïne albumin; protein

Verwante woorden van "protein":

  • proteins

Synoniemen voor "protein":

  • macromolecule; supermolecule

Verwante definities voor "protein":

  1. any of a large group of nitrogenous organic compounds that are essential constituents of living cells; consist of polymers of amino acids; essential in the diet of animals for growth and for repair of tissues; can be obtained from meat and eggs and milk a1
    • a diet high in protein1

Wiktionary: protein

protein
noun
  1. one of three major classes of food
  2. biochemistry: a large, complex molecule composed of long chains of amino acids
protein
noun
  1. een tot een klasse van polymere stoffen met een hoog moleculair gewicht behorende stof die samengesteld is uit diverse alfa-aminozuren verbonden door peptidebindingen
  2. biochemie|nld eiwit (2)

Cross Translation:
FromToVia
protein eiwit ProteinBiochemie: ein aus Aminosäuren aufgebautes Makromolekül
protein eiwit; proteïne protéine — biochimie|fr nutrition|fr macromolécule constituée d’une ou plusieurs chaînes d’au moins cinquante acides aminés appelées polypeptides, auxquelles sont souvent ajoutés des groupements divers, et possédant une structure tridimensionnelle.