Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal purifying

Vertaal purifying van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. purifying:
  2. purify:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor purifying (Engels) in het Nederlands

purifying:

purifying bijvoeglijk naamwoord

  1. purifying
    louterend

Vertaal Matrix voor purifying:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- cleansing; purgatorial; purging
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
louterend purifying

Verwante woorden van "purifying":


Synoniemen voor "purifying":


Antoniemen van "purifying":

  • adulterating

Verwante definities voor "purifying":

  1. acting like an antiseptic1
  2. freeing from noxious matter1
    • filtration is a purifying agent1
  3. serving to purge or rid of sin1

purify:

to purify werkwoord (purifies, purified, purifying)

  1. to purify (chasten; refine; ennoble)
    reinigen; kuisen; klaren; in zedelijk opzicht zuiveren; louteren
    • reinigen werkwoord (reinig, reinigt, reinigde, reinigden, gereinigd)
    • kuisen werkwoord (kuis, kuist, kuiste, kuisten, gekuist)
    • klaren werkwoord (klaar, klaart, klaarde, klaarden, geklaard)
    • louteren werkwoord (louter, loutert, louterde, louterden, gelouterd)
  2. to purify (rinse out; wash; clean; flush away)
    wassen; uitwassen
    • wassen werkwoord (was, wast, waste, wasten, gewassen)
    • uitwassen werkwoord (was uit, wast uit, waste uit, wasten uit, uitgewassen)

Conjugations for purify:

present
  1. purify
  2. purify
  3. purifies
  4. purify
  5. purify
  6. purify
simple past
  1. purified
  2. purified
  3. purified
  4. purified
  5. purified
  6. purified
present perfect
  1. have purified
  2. have purified
  3. has purified
  4. have purified
  5. have purified
  6. have purified
past continuous
  1. was purifying
  2. were purifying
  3. was purifying
  4. were purifying
  5. were purifying
  6. were purifying
future
  1. shall purify
  2. will purify
  3. will purify
  4. shall purify
  5. will purify
  6. will purify
continuous present
  1. am purifying
  2. are purifying
  3. is purifying
  4. are purifying
  5. are purifying
  6. are purifying
subjunctive
  1. be purified
  2. be purified
  3. be purified
  4. be purified
  5. be purified
  6. be purified
diverse
  1. purify!
  2. let's purify!
  5. purified
  6. purifying
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor purify:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
reinigen clean-up; cleaning; cleansing; purification; service; washing; washing down
wassen cleaning; cleansing; purification; rising; swelling; washing
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
in zedelijk opzicht zuiveren chasten; ennoble; purify; refine
klaren chasten; ennoble; purify; refine clear; clear baggage; enter; finish; fix; have ended; have finished
kuisen chasten; ennoble; purify; refine
louteren chasten; ennoble; purify; refine
reinigen chasten; ennoble; purify; refine clean; clean out; clean up; clear; clear out; empty; finish; give a good cleaning; remove; tidy out; tidy up; wash
uitwassen clean; flush away; purify; rinse out; wash grow into; outgrow; swab out; wash out
wassen clean; flush away; purify; rinse out; wash grow; prosper; thrive
- distil; distill; make pure; purge; sanctify; sublimate
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wassen waxen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- chasten; try

Verwante woorden van "purify":


Synoniemen voor "purify":


Verwante definities voor "purify":

  1. remove impurities from, increase the concentration of, and separate through the process of distillation1
    • purify the water1
  2. make pure or free from sin or guilt1
    • he left the monastery purified1
  3. become clean or pure or free of guilt and sin1
    • The hippies came to the ashram in order to purify1

Wiktionary: purify

purify
verb
  1. cleanse something of impurities
purify
verb
  1. van verontreinigingen ontdoen
Cross Translation:
FromToVia
• purify → van zonden ontslaan; louteren; reinigen; schoonmaken; vegen; zuiveren ↔ purifier — rendre pur, ôter ce qu’il y a d’impur, de grossier, d’étranger.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0319 seconde
Page rendered in 1.0 seconds