Recoil in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

recoil:
- terugslag; terugstoot
- terugdeinzen; achteruitgaan; terugschrikken; terugwijken; achteruitdeinzen; afstuiten
Wiktionary:
- recoil → terugslag
- recoil → terugtrekken, terugdeinzen, terugschrikken
- recoil → opflikkeren, opleven, aanslaan, opspringen, stuiten, afstuiten, terugspringen, achteruitlopen, terugdeinzen, teruggaan, achteruitgaan, terrein verliezen, teruglopen, verlopen, aanhouden, uitstellen, verdagen, verschuiven, toegeven, afstaan, wijken

Engels

Uitgebreide vertaling voor recoil (Engels) in het Nederlands

recoil:

recoil [the ~] zelfstandig naamwoord

the recoil (rebound; kick)
de terugslag; de terugstoot
- terugslag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- terugstoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

to recoil werkwoord (recoils, recoiled, recoiling)

to recoil (shrink back; recoil from; withdraw; shrink)
terugdeinzen; achteruitgaan; terugschrikken; terugwijken; achteruitdeinzen
- terugdeinzen werkwoord (deins terug, deinst terug, deinste terug, deinsten terug, teruggedeinst)
- achteruitgaan werkwoord (ga achteruit, gaat achteruit, ging achteruit, gingen achteruit, achteruitgegaan)
- terugschrikken werkwoord (schrik terug, schrikt terug, schrok terug, schrokken terug, teruggeschrokken)
- terugwijken werkwoord (wijk terug, wijkt terug, week terug, weken terug, teruggeweken)
- achteruitdeinzen werkwoord (deins achteruit, deinst achteruit, deinsde achteruit, deinsden achteruit, achteruitgedeinsd)
to recoil (rebound)
afstuiten
- afstuiten werkwoord (stuit af, stuitte af, stuitten af, afgestuit)

Conjugations for recoil:

present

recoil
recoil
recoils
recoil
recoil
recoil

simple past

recoiled
recoiled
recoiled
recoiled
recoiled
recoiled

present perfect

have recoiled
have recoiled
has recoiled
have recoiled
have recoiled
have recoiled

past continuous

was recoiling
were recoiling
was recoiling
were recoiling
were recoiling
were recoiling

future

shall recoil
will recoil
will recoil
shall recoil
will recoil
will recoil

continuous present

am recoiling
are recoiling
is recoiling
are recoiling
are recoiling
are recoiling

subjunctive

be recoiled
be recoiled
be recoiled
be recoiled
be recoiled
be recoiled

diverse

recoil!
let's recoil!
recoiled
recoiling

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor recoil:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
achteruitgaan		declining in force; decrease in power; decrease in strength; weakening
afstuiten		fling back; ricochet; strike back
terugslag	kick; rebound; recoil	accident; adversity; bad luck; blow; calamity; comedown; destitution; disappointment; disaster; evil; letdown; misery; misfortune; mishap; misère; reverse; squalor; tribulation; trouble
terugstoot	kick; rebound; recoil
-	backlash; kick; rebound; repercussion
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
achteruitdeinzen	recoil; recoil from; shrink; shrink back; withdraw
achteruitgaan	recoil; recoil from; shrink; shrink back; withdraw	backslide; corrupt; decline; degenerate; deprave; go to seed; regress; run wild; waining
afstuiten	rebound; recoil
terugdeinzen	recoil; recoil from; shrink; shrink back; withdraw
terugschrikken	recoil; recoil from; shrink; shrink back; withdraw
terugwijken	recoil; recoil from; shrink; shrink back; withdraw
-	backfire; backlash; bounce; bound; cringe; flinch; funk; kick; kick back; quail; rebound; resile; reverberate; ricochet; shrink; spring; squinch; take a hop; wince
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	kick

Verwante woorden van "recoil":

coil

Synoniemen voor "recoil":

kick; movement; motion
repercussion; rebound; backlash
flinch; squinch; funk; cringe; shrink; wince; quail; move
backfire; backlash; happen; hap; go on; pass off; occur; pass; fall out; come about; take place
bounce; resile; take a hop; spring; bound; rebound; reverberate; ricochet; jump; leap
kick back; kick; bounce; resile; take a hop; rebound; reverberate; ricochet

Verwante definities voor "recoil":

a movement back from an impact¹
the backward jerk of a gun when it is fired¹
spring back, as from a forceful thrust¹
spring back; spring away from an impact¹
draw back, as with fear or pain¹
come back to the originator of an action with an undesired effect¹

Wiktionary: recoil

recoil

noun

pushback from a fired firearm
- recoil → terugslag

verb

to pull back, especially in disgust, horror or astonishment
- recoil → terugtrekken; terugdeinzen; terugschrikken

Cross Translation:

From	To	Via
• recoil	→ opflikkeren; opleven; aanslaan; opspringen; stuiten; afstuiten; terugspringen	↔ rebondir — Faire un ou plusieurs bonds.
• recoil	→ achteruitlopen; terugdeinzen; teruggaan; achteruitgaan; terrein verliezen; teruglopen; verlopen; aanhouden; uitstellen; verdagen; verschuiven; toegeven; afstaan; wijken	↔ reculer — tirer ou pousser un objet en arrière.

Verwante vertalingen van recoil

recoil from

Remove Ads

Vertaal recoil van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor recoil (Engels) in het Nederlands

recoil:

recoil [the ~] zelfstandig naamwoord

the recoil (rebound; kick)

to recoil werkwoord (recoils, recoiled, recoiling)

to recoil (shrink back; recoil from; withdraw; shrink)

to recoil (rebound)

Conjugations for recoil:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Vertaal Matrix voor recoil:

Verwante woorden van "recoil":

Synoniemen voor "recoil":

Verwante definities voor "recoil":

Wiktionary: recoil

Verwante vertalingen van recoil