Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal reductions

Vertaal reductions van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. reductions:
  2. reduction:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor reductions (Engels) in het Nederlands

reductions:

reductions [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the reductions (decrease; falling off)
    afnames; vervallingen

Vertaal Matrix voor reductions:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afnames decrease; falling off; reductions
vervallingen decrease; falling off; reductions

Verwante woorden van "reductions":


reduction:

reduction [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the reduction (price reduction; cut)
    prijsvermindering; de reductie; de korting
  2. the reduction (cut down expenses; saving; retrenchment; )
    de besparing; de kostenbesparing; de inkrimping; de besnoeiing; de verkorting; de bezuiniging; de bekorting
  3. the reduction (curtailment)
    de inname; de inkorting
    • inname [de ~] zelfstandig naamwoord
    • inkorting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. the reduction (diminishing; diminution)
    de verkleining
  5. the reduction (decrease)
    de reductie
    • reductie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  6. the reduction
    reduceren; de inkrimping; kleiner maken
  7. the reduction (drop in prices; rebate; discount; )
    de prijsverlaging; de deflatie; de prijsdaling; de baisse
  8. the reduction (simplification; conversion)
    de simplificatie; de vereenvoudiging; de herleiding
  9. the reduction (humiliation; debasement; lowering; degradation; abasement)
    de vernedering
  10. the reduction (rebate; discount)
    het rabat
    • rabat [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor reduction:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baisse discount; drop in prices; fall; price-cut; rebate; recession; reduction; sell short; softness; weakness
bekorting curtailment; cut; cut down expenses; decrease; diminution; dwindling; economy; finance management; foreshortening; market; recess; reduction; retrenchment; salary cut; saving; shortening; slackening
besnoeiing curtailment; cut; cut down expenses; decrease; diminution; dwindling; economy; finance management; foreshortening; market; recess; reduction; retrenchment; salary cut; saving; shortening; slackening cut; cutting of trees
besparing curtailment; cut; cut down expenses; decrease; diminution; dwindling; economy; finance management; foreshortening; market; recess; reduction; retrenchment; salary cut; saving; shortening; slackening
bezuiniging curtailment; cut; cut down expenses; decrease; diminution; dwindling; economy; finance management; foreshortening; market; recess; reduction; retrenchment; salary cut; saving; shortening; slackening cost reduction; cut back in costs
deflatie discount; drop in prices; fall; price-cut; rebate; recession; reduction; sell short; softness; weakness deflation; drop in price; fall in price; price cut; price reduction
herleiding conversion; reduction; simplification
inkorting curtailment; reduction
inkrimping curtailment; cut; cut down expenses; decrease; diminution; dwindling; economy; finance management; foreshortening; market; recess; reduction; retrenchment; salary cut; saving; shortening; slackening
inname curtailment; reduction
kleiner maken reduction
korting cut; price reduction; reduction cut; deduction; discount; rebate
kostenbesparing curtailment; cut; cut down expenses; decrease; diminution; dwindling; economy; finance management; foreshortening; market; recess; reduction; retrenchment; salary cut; saving; shortening; slackening
prijsdaling discount; drop in prices; fall; price-cut; rebate; recession; reduction; sell short; softness; weakness deflation; drop in price; fall in price; price cut; price reduction
prijsverlaging discount; drop in prices; fall; price-cut; rebate; recession; reduction; sell short; softness; weakness cut; deduction; deflation; discount; drop in price; fall in price; price cut; price reduction; rebate
prijsvermindering cut; price reduction; reduction
rabat discount; rebate; reduction
reduceren reduction
reductie cut; decrease; price reduction; reduction cut; deduction; discount; rebate
simplificatie conversion; reduction; simplification simplification
vereenvoudiging conversion; reduction; simplification simplification
verkleining diminishing; diminution; reduction
verkorting curtailment; cut; cut down expenses; decrease; diminution; dwindling; economy; finance management; foreshortening; market; recess; reduction; retrenchment; salary cut; saving; shortening; slackening
vernedering abasement; debasement; degradation; humiliation; lowering; reduction
- decrease; diminution; reducing; simplification; step-down
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kleiner maken decrease; diminish; make smaller; reduce; shrink
reduceren curtail; decrease; diminish; dwindle; lessen; mark down; reduce; scale down; shrink away
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- curtailment; cut; reduction of penalty; trimming up

Verwante woorden van "reduction":


Synoniemen voor "reduction":


Antoniemen van "reduction":


Verwante definities voor "reduction":

  1. the act of reducing complexity1
  2. the act of decreasing or reducing something1
  3. any process in which electrons are added to an atom or ion (as by removing oxygen or adding hydrogen); always occurs accompanied by oxidation of the reducing agent1

Wiktionary: reduction

reduction
noun
  1. -
reduction
noun
  1. scheikundige herleiding, vermindering
Cross Translation:
FromToVia
• reduction → kleinering; debâcle; ondergang; verval; rampspoed; tegenspoed; achteruitgang; verflauwing; vermindering; besnoeiing; daling; verlaging; verzakking; val; vernedering; verootmoediging; degradatie; degeneratie; ontaarding; verwording ↔ abaissement — action d’abaisser, de s’abaisser, ou résultat de cette action.
• reduction → afslag; korting; rabat ↔ rabais — acte par lequel un vendeur consentir une diminution sur le prix d’un objet ou sur la rémunération d’un travail.
• reduction → kwijtschelding; korting; uitstel ↔ remise — Grâce, rabais, réduction (4-8)
• reduction → herleiding; inkrimping; reductie; zetting; vereenvoudiging; verkleining; afslag; korting; rabat; besnoeiing; vermindering ↔ réduction — action de diminuer, de réduire ou de se réduire, résultat de cette action.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0558 seconde
Page rendered in 1.0 seconds