Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal reinforcement

Vertaal reinforcement van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. reinforcement:
  2. reinforce:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor reinforcement (Engels) in het Nederlands

reinforcement:

reinforcement [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the reinforcement (consolidation; strengthening; amplification; )
    de consolidatie; de versterking; de versteviging; de verharding

Vertaal Matrix voor reinforcement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
consolidatie affirmation; amplification; confirmation; consolidation; fortification; intensification; reinforcement; strengthening consolidation
verharding affirmation; amplification; confirmation; consolidation; fortification; intensification; reinforcement; strengthening
versterking affirmation; amplification; confirmation; consolidation; fortification; intensification; reinforcement; strengthening enrichment; expansion; fortification; growth; increase; rise
versteviging affirmation; amplification; confirmation; consolidation; fortification; intensification; reinforcement; strengthening
- reenforcement; reinforcer; reinforcing stimulus; reward; strengthener; support
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- armament

Verwante woorden van "reinforcement":


Synoniemen voor "reinforcement":


Verwante definities voor "reinforcement":

  1. a military operation (often involving new supplies of men and materiel) to strengthen a military force or aid in the performance of its mission1
  2. an act performed to strengthen approved behavior1
  3. a device designed to provide additional strength1
    • he used gummed reinforcements to hold the page in his notebook1
  4. (psychology) a stimulus that strengthens or weakens the behavior that produced it1
  5. information that makes more forcible or convincing1
    • his gestures provided eloquent reinforcement for his complaints1

Wiktionary: reinforcement

reinforcement
noun
  1. thing that reinforces
reinforcement
noun
  1. het versterken
  2. extra hulp in probleemsituaties

reinforce:

to reinforce werkwoord (reinforces, reinforced, reinforcing)

  1. to reinforce (strengthen; intensify; become stronger)
    versterken; sterker worden; sterken
    • versterken werkwoord (versterk, versterkt, versterkte, versterkten, versterkt)
    • sterker worden werkwoord (word sterker, wordt sterker, werd sterker, werden sterker, sterker geworden)
    • sterken werkwoord (sterk, sterkt, sterkte, sterkten, gesterkt)
  2. to reinforce (arm; armour; armor)
    bewapenen; wapenen
    • bewapenen werkwoord (bewapen, bewapent, bewapende, bewapenden, bewapend)
    • wapenen werkwoord (wapen, wapent, wapende, wapenden, gewapend)
  3. to reinforce (strengthen; fortify)
    sterker maken
    • sterker maken werkwoord (maak sterker, maakt sterker, maakte sterker, maakten sterker, sterker gemaakt)
  4. to reinforce (armour; armor)
    bepantseren; harnassen
    • bepantseren werkwoord (bepantser, bepantsert, bepantserde, bepantserden, bepantserd)
    • harnassen werkwoord

Conjugations for reinforce:

present
  1. reinforce
  2. reinforce
  3. reinforces
  4. reinforce
  5. reinforce
  6. reinforce
simple past
  1. reinforced
  2. reinforced
  3. reinforced
  4. reinforced
  5. reinforced
  6. reinforced
present perfect
  1. have reinforced
  2. have reinforced
  3. has reinforced
  4. have reinforced
  5. have reinforced
  6. have reinforced
past continuous
  1. was reinforcing
  2. were reinforcing
  3. was reinforcing
  4. were reinforcing
  5. were reinforcing
  6. were reinforcing
future
  1. shall reinforce
  2. will reinforce
  3. will reinforce
  4. shall reinforce
  5. will reinforce
  6. will reinforce
continuous present
  1. am reinforcing
  2. are reinforcing
  3. is reinforcing
  4. are reinforcing
  5. are reinforcing
  6. are reinforcing
subjunctive
  1. be reinforced
  2. be reinforced
  3. be reinforced
  4. be reinforced
  5. be reinforced
  6. be reinforced
diverse
  1. reinforce!
  2. let's reinforce!
  5. reinforced
  6. reinforcing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor reinforce:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
harnassen armours; cuirasses
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bepantseren armor; armour; reinforce
bewapenen arm; armor; armour; reinforce
harnassen armor; armour; reinforce
sterken become stronger; intensify; reinforce; strengthen seek refuge in
sterker maken fortify; reinforce; strengthen
sterker worden become stronger; intensify; reinforce; strengthen
versterken become stronger; intensify; reinforce; strengthen acumilate; amplify; deepen; fortify; intensify; invigorate; strengthen
wapenen arm; armor; armour; reinforce
- reenforce; reward

Verwante woorden van "reinforce":


Synoniemen voor "reinforce":


Verwante definities voor "reinforce":

  1. make stronger1
    • he reinforced the concrete1
  2. strengthen and support with rewards1
    • Let's reinforce good behavior1

Wiktionary: reinforce

reinforce
verb
  1. to strengthen by addition
  2. to emphasize or review
reinforce
verb
  1. het aantal vergroten
Cross Translation:
FromToVia
• reinforce → bekrachtigen; affirmeren; versterken ↔ bekräftigen — (transitiv) etwas mit Nachdruck bestätigen
• reinforce → wapenen; bewapenen ↔ armer — Traductions à trier suivant le sens







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1039 seconde
Page rendered in 1.0 seconds