Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. remind:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor remind (Engels) in het Nederlands

remind:

to remind werkwoord (reminds, reminded, reminding)

  1. to remind (recall to memory; dun; remember)
    herinneren; in herinnering brengen; memoreren
    • herinneren werkwoord (herinner, herinnert, herinnerde, herinnerden, herinnerd)
    • in herinnering brengen werkwoord (breng in herinnering, brengt in herinnering, bracht in herinnering, brachten in herinnering, in herinnering gebracht)
    • memoreren werkwoord (memoreer, memoreert, memoreerde, memoreerden, gememoreerd)
  2. to remind (don't forget; remember)
    herinneren; onthouden; niet vergeten
    • herinneren werkwoord (herinner, herinnert, herinnerde, herinnerden, herinnerd)
    • onthouden werkwoord (onthoud, onthoudt, onthield, onthielden, onthouden)
    • niet vergeten werkwoord
  3. to remind (send for; summon; subpoena)
    oproepen; sommeren; ontbieden
    • oproepen werkwoord (roep op, roept op, riep op, riepen op, opgeroepen)
    • sommeren werkwoord (sommeer, sommeert, sommeerde, sommeerden, gesommeerd)
    • ontbieden werkwoord (ontbied, ontbiedt, ontbood, ontboden, ontboden)

Conjugations for remind:

present
  1. remind
  2. remind
  3. reminds
  4. remind
  5. remind
  6. remind
simple past
  1. reminded
  2. reminded
  3. reminded
  4. reminded
  5. reminded
  6. reminded
present perfect
  1. have reminded
  2. have reminded
  3. has reminded
  4. have reminded
  5. have reminded
  6. have reminded
past continuous
  1. was reminding
  2. were reminding
  3. was reminding
  4. were reminding
  5. were reminding
  6. were reminding
future
  1. shall remind
  2. will remind
  3. will remind
  4. shall remind
  5. will remind
  6. will remind
continuous present
  1. am reminding
  2. are reminding
  3. is reminding
  4. are reminding
  5. are reminding
  6. are reminding
subjunctive
  1. be reminded
  2. be reminded
  3. be reminded
  4. be reminded
  5. be reminded
  6. be reminded
diverse
  1. remind!
  2. let's remind!
  3. reminded
  4. reminding
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor remind:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onthouden abstention; abstination; abstinence; fast
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
herinneren don't forget; dun; recall to memory; remember; remind make one think of; remember; remind one of
in herinnering brengen dun; recall to memory; remember; remind
memoreren dun; recall to memory; remember; remind
niet vergeten don't forget; remember; remind
ontbieden remind; send for; subpoena; summon call up; summon
onthouden don't forget; remember; remind abstain; record; remember
oproepen remind; send for; subpoena; summon call up; summon
sommeren remind; send for; subpoena; summon call upon; dun; exhort; summon
- cue; prompt

Verwante woorden van "remind":


Synoniemen voor "remind":


Verwante definities voor "remind":

  1. put in the mind of someone1
  2. assist (somebody acting or reciting) by suggesting the next words of something forgotten or imperfectly learned1

Wiktionary: remind

remind
verb
  1. Cause one to experience a memory; bring to a person's notice
remind
verb
  1. opnieuw in gedachte brengen

Cross Translation:
FromToVia
remind aanmanen einmahnen — an eine Verpflichtung oder Schuld erinnern
remind herinneren erinnern — (transitiv) jemanden etwas nicht vergessen lassen
remind herinneren erinnern — (transitiv) durch Ähnlichkeit ins Gedächtnis rufen

Verwante vertalingen van remind