Engels

Uitgebreide vertaling voor reverberation (Engels) in het Nederlands

reverberation:

reverberation [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the reverberation (echo; resonance)
    de echo; de weerklank; geluidsweerkaatsing; de weergalm
  2. the reverberation (echo; resonance)
    de resonantie; klankweerkaatsing; de galm
  3. the reverberation (resonance; echo)
    de nagalm
    • nagalm [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. the reverberation (booming sound; resonance; echo; peal; resounding)
    het gegalm; luidkeelse uitroep; het geschal

Vertaal Matrix voor reverberation:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
echo echo; resonance; reverberation echo
galm echo; resonance; reverberation
gegalm booming sound; echo; peal; resonance; resounding; reverberation
geluidsweerkaatsing echo; resonance; reverberation
geschal booming sound; echo; peal; resonance; resounding; reverberation horn blowing
klankweerkaatsing echo; resonance; reverberation
luidkeelse uitroep booming sound; echo; peal; resonance; resounding; reverberation
nagalm echo; resonance; reverberation
resonantie echo; resonance; reverberation
weergalm echo; resonance; reverberation
weerklank echo; resonance; reverberation
- echo; repercussion; replication; sound reflection
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- echo

Verwante woorden van "reverberation":


Synoniemen voor "reverberation":


Verwante definities voor "reverberation":

  1. the repetition of a sound resulting from reflection of the sound waves1
  2. a remote or indirect consequence of some action1
    • reverberations of the market crash were felt years later1

Wiktionary: reverberation

reverberation
noun
  1. A violent oscillation or vibration.
  2. An echo, or a series of overlapping echos.
  3. The reflection of light or heat.
  4. An evolving series of effects resulting from a particular event.
reverberation
noun
  1. een langdurige naklank
  2. het weerkaatsen
  3. datgene wat weerkaatst wordt (licht, beeld, warmte of geluid)

reverberation vorm van reverberate:

to reverberate werkwoord (reverberates, reverberated, reverberating)

  1. to reverberate (strike back; reflect; echo)
    reflecteren; stuiten; weerkaatsen; terugkaatsen; echoën; terugstoten
    • reflecteren werkwoord (reflecteer, reflecteert, reflecteerde, reflecteerden, gereflecteerd)
    • stuiten werkwoord (stuit, stuitte, stuitten, gestuit)
    • weerkaatsen werkwoord (weerkaats, weerkaatst, weerkaatste, weerkaatsten, weerkaatst)
    • terugkaatsen werkwoord (kaats terug, kaatst terug, kaatste terug, kaatsten terug, teruggekaatst)
    • echoën werkwoord (echo, echoot, echode, echoden, geëchood)
    • terugstoten werkwoord (stoot terug, stootte terug, stootten terug, terugestoten)
  2. to reverberate (echo; resound; sound)
    resoneren; echoën; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen; galmen; schallen; weergalmen
    • resoneren werkwoord
    • echoën werkwoord (echo, echoot, echode, echoden, geëchood)
    • weerkaatsen werkwoord (weerkaats, weerkaatst, weerkaatste, weerkaatsten, weerkaatst)
    • weerklinken werkwoord (weerklink, weerklinkt, weerklonk, weerklonken, weerklonken)
    • weerschallen werkwoord (weerschal, weerschalt, weerschalde, weerschalden, weerschald)
    • galmen werkwoord (galm, galmt, galmde, galmden, gegalmd)
    • schallen werkwoord
    • weergalmen werkwoord (weergalm, weergalmt, weergalmde, weergalmden, weergalmd)
  3. to reverberate (resound; echo)
    echoën; galmen; weerklinken; naklinken
    • echoën werkwoord (echo, echoot, echode, echoden, geëchood)
    • galmen werkwoord (galm, galmt, galmde, galmden, gegalmd)
    • weerklinken werkwoord (weerklink, weerklinkt, weerklonk, weerklonken, weerklonken)
    • naklinken werkwoord (klink na, klinkt na, klonk na, klonken na, nageklonken)
  4. to reverberate (resound; echo)
    schallen; weerschallen
    • schallen werkwoord
    • weerschallen werkwoord (weerschal, weerschalt, weerschalde, weerschalden, weerschald)
  5. to reverberate (be audible)
    weerklinken; hoorbaar zijn
  6. to reverberate (reflect; mirror)
    weerschijnen; weerkaatsen
    • weerschijnen werkwoord (weerschijn, weerschijnt, weerscheen, weerschenen, weerschenen)
    • weerkaatsen werkwoord (weerkaats, weerkaatst, weerkaatste, weerkaatsten, weerkaatst)

Conjugations for reverberate:

present
  1. reverberate
  2. reverberate
  3. reverberates
  4. reverberate
  5. reverberate
  6. reverberate
simple past
  1. reverberated
  2. reverberated
  3. reverberated
  4. reverberated
  5. reverberated
  6. reverberated
present perfect
  1. have reverberated
  2. have reverberated
  3. has reverberated
  4. have reverberated
  5. have reverberated
  6. have reverberated
past continuous
  1. was reverberating
  2. were reverberating
  3. was reverberating
  4. were reverberating
  5. were reverberating
  6. were reverberating
future
  1. shall reverberate
  2. will reverberate
  3. will reverberate
  4. shall reverberate
  5. will reverberate
  6. will reverberate
continuous present
  1. am reverberating
  2. are reverberating
  3. is reverberating
  4. are reverberating
  5. are reverberating
  6. are reverberating
subjunctive
  1. be reverberated
  2. be reverberated
  3. be reverberated
  4. be reverberated
  5. be reverberated
  6. be reverberated
diverse
  1. reverberate!
  2. let's reverberate!
  3. reverberated
  4. reverberating
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor reverberate:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stuiten tail-bones
terugkaatsen fling back; ricochet; strike back
weerschijnen mirror image; reflection
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
echoën echo; reflect; resound; reverberate; sound; strike back echo; parrot; repeat; say after
galmen echo; resound; reverberate; sound resound
hoorbaar zijn be audible; reverberate
naklinken echo; resound; reverberate
reflecteren echo; reflect; reverberate; strike back be reflected; cast back; mirror; reflect
resoneren echo; resound; reverberate; sound
schallen echo; resound; reverberate; sound
stuiten echo; reflect; reverberate; strike back
terugkaatsen echo; reflect; reverberate; strike back be reflected; cast back; mirror; reflect
terugstoten echo; reflect; reverberate; strike back
weergalmen echo; resound; reverberate; sound
weerkaatsen echo; mirror; reflect; resound; reverberate; sound; strike back
weerklinken be audible; echo; resound; reverberate; sound
weerschallen echo; resound; reverberate; sound
weerschijnen mirror; reflect; reverberate
- bounce; bound; echo; rebound; recoil; reflect; resile; resound; ricochet; ring; spring; take a hop

Verwante woorden van "reverberate":


Synoniemen voor "reverberate":


Verwante definities voor "reverberate":

  1. treat, process, heat, melt, or refine in a reverberatory furnace1
    • reverberate ore1
  2. spring back; spring away from an impact1
  3. to throw or bend back (from a surface)1
  4. be reflected as heat, sound, or light or shock waves1
    • the waves reverberate as far away as the end of the building1
  5. ring or echo with sound1
  6. have a long or continuing effect1
    • The discussions with my teacher reverberated throughout my adult life1

Wiktionary: reverberate

reverberate
verb
  1. langdurig naklinken