Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. seedling:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor seedling (Engels) in het Nederlands

seedling:

seedling [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the seedling
    de zaailing
    • zaailing [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the seedling

Vertaal Matrix voor seedling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zaailing seedling
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
pootgoed seedling

Verwante woorden van "seedling":

  • seedlings

Synoniemen voor "seedling":

  • spermatophyte; phanerogam; seed plant

Verwante definities voor "seedling":

  1. young plant or tree grown from a seed1

Wiktionary: seedling

seedling
noun
  1. young plant grown from seed

Cross Translation:
FromToVia
seedling zaailing Sämling — junge, aus Samen durch Keimung selbstständig hervorgehen oder vom Menschen gezogene Pflanze