Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. slipper:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor slipper (Engels) in het Nederlands

slipper:

slipper [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the slipper (house shoe)
    de pantoffel; de muil; huisschoen; de slof
    • pantoffel [de ~] zelfstandig naamwoord
    • muil [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • huisschoen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • slof [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor slipper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
huisschoen house shoe; slipper
muil house shoe; slipper beak; face; jaws; mouth; muzzle; snout
pantoffel house shoe; slipper
slof house shoe; slipper
- carpet slipper; skidder; slider

Verwante woorden van "slipper":


Synoniemen voor "slipper":


Verwante definities voor "slipper":

  1. low footwear that can be slipped on and off easily; usually worn indoors1
  2. a person who slips or slides because of loss of traction1

Wiktionary: slipper

slipper
noun
  1. low shoe usually worn indoors
  2. person who slips

Cross Translation:
FromToVia
slipper pantoffel HausschuhSchuh, der im Haus getragen wird
slipper pantoffel chausson — Chaussure d’intérieur
slipper pantoffel; slipper pantouflechaussure d’intérieur, que l’on met chez soi pour être plus à l’aise.