Engels

Uitgebreide vertaling voor spite (Engels) in het Nederlands

spite:

spite [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the spite (peevishness; pique; surliness; testiness; tetchiness)
    de wrevel; de verstoordheid; de gegriefdheid
  2. the spite (malice; nastiness)
    de kwaadaardigheid; de slechtheid; de kwaadwilligheid; de boosaardigheid; de gemeenheid
  3. the spite (jealousy; envy)
    de naijver
    • naijver [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. the spite (resentment)
    het ressentiment
  5. the spite (grudge; rancour; resentment; )
    de rancune; de haatdragendheid

Vertaal Matrix voor spite:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boosaardigheid malice; nastiness; spite
gegriefdheid peevishness; pique; spite; surliness; testiness; tetchiness
gemeenheid malice; nastiness; spite crookedness; meanness; nastiness; wickedness
haatdragendheid grudge; ill-will; pique; rancor; rancour; resentment; spite
kwaadaardigheid malice; nastiness; spite
kwaadwilligheid malice; nastiness; spite
naijver envy; jealousy; spite
rancune grudge; ill-will; pique; rancor; rancour; resentment; spite
ressentiment resentment; spite
slechtheid malice; nastiness; spite badness; meanness; wickedness
verstoordheid peevishness; pique; spite; surliness; testiness; tetchiness indignation
wrevel peevishness; pique; spite; surliness; testiness; tetchiness irritability; irritation; pique
- bitchiness; cattiness; malice; maliciousness; nastiness; spitefulness; venom
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- bruise; hurt; injure; offend; wound

Verwante woorden van "spite":


Synoniemen voor "spite":


Verwante definities voor "spite":

  1. malevolence by virtue of being malicious or spiteful or nasty1
  2. feeling a need to see others suffer1
  3. hurt the feelings of1

Wiktionary: spite

spite
noun
  1. ill-will or hatred toward another; a desire to vex or injure
  2. vexation, chagrin, mortification
verb
  1. to be angry at; to hate
  2. to treat maliciously

Cross Translation:
FromToVia
spite ondanks dépitchagrin mêlé d’un peu de colère, d’irritation.

Verwante vertalingen van spite