Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. spitefulness:
  2. spiteful:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor spitefulness (Engels) in het Nederlands

spitefulness:

spitefulness [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the spitefulness (malice; sarcasm; acrimony; )
    het sarcasme; de hatelijkheid; hatelijke opmerking; de stekeligheid

Vertaal Matrix voor spitefulness:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hatelijke opmerking acrimony; malice; maliciousness; sarcasm; scorn; scornful tone; spiteful remark; spitefulness
hatelijkheid acrimony; malice; maliciousness; sarcasm; scorn; scornful tone; spiteful remark; spitefulness
sarcasme acrimony; malice; maliciousness; sarcasm; scorn; scornful tone; spiteful remark; spitefulness derision; irony; jeers; joking; mock; mockery; mocking; obloquy; poke fun at; scoffing; scorn; sneering; sneers; taunts; travesty
stekeligheid acrimony; malice; maliciousness; sarcasm; scorn; scornful tone; spiteful remark; spitefulness
- bitchiness; cattiness; malice; maliciousness; nastiness; spite; venom
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- rancor; rancour

Verwante woorden van "spitefulness":


Synoniemen voor "spitefulness":


Verwante definities voor "spitefulness":

  1. malevolence by virtue of being malicious or spiteful or nasty1
  2. feeling a need to see others suffer1

spiteful:

spiteful bijvoeglijk naamwoord

  1. spiteful (malicious; hateful; snide; invidious)
    hatelijk; vijandig; stekelig

Vertaal Matrix voor spiteful:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hatelijk hateful; invidious; malicious; snide; spiteful
stekelig hateful; invidious; malicious; snide; spiteful prickly; thorny
vijandig hateful; invidious; malicious; snide; spiteful antagonistic; aversive; enemy; hostile
- despiteful; vindictive
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- full of hatred; rancorous

Verwante woorden van "spiteful":


Synoniemen voor "spiteful":


Verwante definities voor "spiteful":

  1. showing malicious ill will and a desire to hurt; motivated by spite1
    • a truly spiteful child1

Wiktionary: spiteful

spiteful
adjective
  1. filled with spite
spiteful
adjective
  1. door onvriendelijke gevoelens gedreven
  2. haatdragend