Squabbling in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

squabbling:
- gekibbel; geruzie; gebakkelei; gehakketak; gekif; gekrakeel; geharrewar
squabble:
- ruzie; geschil; kwestie; twist; dispuut; debat; woordenwisseling; redestrijd; twistgesprek; woordenstrijd; redetwist
- kibbelen; kiften
Wiktionary:
- squabble → heibel, herrie, ruzie

Engels

Uitgebreide vertaling voor squabbling (Engels) in het Nederlands

squabbling:

squabbling [the ~] zelfstandig naamwoord

the squabbling (bickering; quarrelling)
het gekibbel
- gekibbel [het ~] zelfstandig naamwoord
the squabbling (arguing; wrangling; quarreling; bickering; quibbling)
het geruzie; het gebakkelei; het gehakketak; gekif; het gekrakeel
- geruzie [het ~] zelfstandig naamwoord
- gebakkelei [het ~] zelfstandig naamwoord
- gehakketak [het ~] zelfstandig naamwoord
- gekif [znw.] zelfstandig naamwoord
- gekrakeel [het ~] zelfstandig naamwoord
the squabbling (argy-bargy; fuss; stir; commotion; hubble-bubble)
het geharrewar
- geharrewar [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor squabbling:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gebakkelei	arguing; bickering; quarreling; quibbling; squabbling; wrangling
gehakketak	arguing; bickering; quarreling; quibbling; squabbling; wrangling
geharrewar	argy-bargy; commotion; fuss; hubble-bubble; squabbling; stir
gekibbel	bickering; quarrelling; squabbling
gekif	arguing; bickering; quarreling; quibbling; squabbling; wrangling
gekrakeel	arguing; bickering; quarreling; quibbling; squabbling; wrangling
geruzie	arguing; bickering; quarreling; quibbling; squabbling; wrangling

Verwante woorden van "squabbling":

squabble

squabble:

squabble [the ~] zelfstandig naamwoord

the squabble (quarrel; wrangle)
de ruzie; het geschil; de kwestie; de twist
- ruzie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- geschil [het ~] zelfstandig naamwoord
- kwestie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- twist [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the squabble (argument; battle of words; disputation; quarrel; disagreement; verbal sword-play; dispute; verbal duel; debate; verbal dispute)
het dispuut; de debat; de woordenwisseling; het geschil; redestrijd; de ruzie; het twistgesprek; de woordenstrijd; de twist; de redetwist
- dispuut [het ~] zelfstandig naamwoord
- debat [de ~] zelfstandig naamwoord
- woordenwisseling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- geschil [het ~] zelfstandig naamwoord
- redestrijd [znw.] zelfstandig naamwoord
- ruzie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- twistgesprek [het ~] zelfstandig naamwoord
- woordenstrijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- twist [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- redetwist [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

squabble werkwoord

squabble (bicker)
kibbelen
- kibbelen werkwoord (kibbel, kibbelt, kibbelde, kibbelden, gekibbeld)
squabble (bicker)
kibbelen; kiften
- kibbelen werkwoord (kibbel, kibbelt, kibbelde, kibbelden, gekibbeld)
- kiften werkwoord (kift, kiftte, kiftten, gekift)

Vertaal Matrix voor squabble:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
debat	argument; battle of words; debate; disagreement; disputation; dispute; quarrel; squabble; verbal dispute; verbal duel; verbal sword-play	debate; discussion
dispuut	argument; battle of words; debate; disagreement; disputation; dispute; quarrel; squabble; verbal dispute; verbal duel; verbal sword-play	association; debating society; difference of opinion; dispute; quarrel; row; society; twist
geschil	argument; battle of words; debate; disagreement; disputation; dispute; quarrel; squabble; verbal dispute; verbal duel; verbal sword-play; wrangle	controversy; disagreement; dispute; quarrel
kwestie	quarrel; squabble; wrangle	affair; assignment; business; case; issue; matter; point of discussion; problem; problematical case; problems; question; statement; summary; task
redestrijd	argument; battle of words; debate; disagreement; disputation; dispute; quarrel; squabble; verbal dispute; verbal duel; verbal sword-play
redetwist	argument; battle of words; debate; disagreement; disputation; dispute; quarrel; squabble; verbal dispute; verbal duel; verbal sword-play
ruzie	argument; battle of words; debate; disagreement; disputation; dispute; quarrel; squabble; verbal dispute; verbal duel; verbal sword-play; wrangle	argument; conflict; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; quarrel; row
twist	argument; battle of words; debate; disagreement; disputation; dispute; quarrel; squabble; verbal dispute; verbal duel; verbal sword-play; wrangle	argument; conflict; controversy; difference of opinion; disagreement; discord; dispute; dissension; disunity; division; perversion; quarrel; row; twisting
twistgesprek	argument; battle of words; debate; disagreement; disputation; dispute; quarrel; squabble; verbal dispute; verbal duel; verbal sword-play
woordenstrijd	argument; battle of words; debate; disagreement; disputation; dispute; quarrel; squabble; verbal dispute; verbal duel; verbal sword-play
woordenwisseling	argument; battle of words; debate; disagreement; disputation; dispute; quarrel; squabble; verbal dispute; verbal duel; verbal sword-play	difference of opinion; dispute; quarrel; row; twist
-	bicker; bickering; fuss; pettifoggery; spat; tiff
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kibbelen	bicker; squabble
kiften	bicker; squabble	altercate; bicker; make trouble; quarrel; wrangle
-	bicker; brabble; niggle; pettifog; quibble
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	row

Verwante woorden van "squabble":

squabbling, squabbles

Synoniemen voor "squabble":

bicker; bickering; spat; tiff; pettifoggery; fuss; quarrel; wrangle; row; words; run-in; dustup
quibble; niggle; pettifog; bicker; brabble; argue; contend; debate; fence

Verwante definities voor "squabble":

a quarrel about petty points¹
argue over petty things¹

Wiktionary: squabble

Cross Translation:

From	To	Via
• squabble	→ heibel; herrie; ruzie	↔ querelle — contestation, démêlé, dispute mêlée d’aigreur et d’animosité.

Remove Ads

Vertaal squabbling van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor squabbling (Engels) in het Nederlands

squabbling:

squabbling [the ~] zelfstandig naamwoord

the squabbling (bickering; quarrelling)

the squabbling (arguing; wrangling; quarreling; bickering; quibbling)

the squabbling (argy-bargy; fuss; stir; commotion; hubble-bubble)

Vertaal Matrix voor squabbling:

Verwante woorden van "squabbling":

squabble:

squabble [the ~] zelfstandig naamwoord

the squabble (quarrel; wrangle)

the squabble (argument; battle of words; disputation; quarrel; disagreement; verbal sword-play; dispute; verbal duel; debate; verbal dispute)

squabble werkwoord

squabble (bicker)

squabble (bicker)

Vertaal Matrix voor squabble:

Verwante woorden van "squabble":

Synoniemen voor "squabble":

Verwante definities voor "squabble":

Wiktionary: squabble