Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. suck:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor suck (Engels) in het Nederlands

suck:

to suck werkwoord ! (sucks, sucked, sucking)

  1. to suck (give a blow-job; blow)
    – provide sexual gratification through oral stimulation 1
    fellatio doen; pijpen; afzuigen; zuigen
    • fellatio doen werkwoord !
    • pijpen werkwoord ! (pijp, pijpt, pijpte, pijpten, gepijpt)
    • afzuigen werkwoord ! (zuig af, zuigt af, zoog af, zogen af, afgezogen)
    • zuigen werkwoord ! (zuig, zuigt, zoog, zogen, gezogen)
  2. to suck
    zuigen; lurken; sabbelen
    • zuigen werkwoord (zuig, zuigt, zoog, zogen, gezogen)
    • lurken werkwoord (lurk, lurkt, lurkte, lurkten, gelurkt)
    • sabbelen werkwoord (sabbel, sabbelt, sabbelde, sabbelden, gesabbeld)
  3. to suck (gulp)
    zuigen; lurken; slurpen
    • zuigen werkwoord (zuig, zuigt, zoog, zogen, gezogen)
    • lurken werkwoord (lurk, lurkt, lurkte, lurkten, gelurkt)
    • slurpen werkwoord (slurp, slurpt, slurpte, slurpten, geslurpt)
  4. to suck (suck up; drain away; absorb)
    afzuigen; opzuigen; wegzuigen
    • afzuigen werkwoord (zuig af, zuigt af, zoog af, zogen af, afgezogen)
    • opzuigen werkwoord (zuig op, zuigt op, zoog op, zogen op, opgezogen)
    • wegzuigen werkwoord (zuig weg, zuigt weg, zoog weg, zogen weg, weggezogen)

Conjugations for suck:

present
  1. suck
  2. suck
  3. sucks
  4. suck
  5. suck
  6. suck
simple past
  1. sucked
  2. sucked
  3. sucked
  4. sucked
  5. sucked
  6. sucked
present perfect
  1. have sucked
  2. have sucked
  3. has sucked
  4. have sucked
  5. have sucked
  6. have sucked
past continuous
  1. was sucking
  2. were sucking
  3. was sucking
  4. were sucking
  5. were sucking
  6. were sucking
future
  1. shall suck
  2. will suck
  3. will suck
  4. shall suck
  5. will suck
  6. will suck
continuous present
  1. am sucking
  2. are sucking
  3. is sucking
  4. are sucking
  5. are sucking
  6. are sucking
subjunctive
  1. be sucked
  2. be sucked
  3. be sucked
  4. be sucked
  5. be sucked
  6. be sucked
diverse
  1. suck!
  2. let's suck!
  3. sucked
  4. sucking
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor suck:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- sucking; suction
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afzuigen absorb; blow; drain away; give a blow-job; suck; suck up
fellatio doen blow; give a blow-job; suck
lurken gulp; suck
opzuigen absorb; drain away; suck; suck up vacuum
pijpen blow; give a blow-job; suck blow; hum; whistle
sabbelen suck
slurpen gulp; suck slurp
wegzuigen absorb; drain away; suck; suck up
zuigen blow; give a blow-job; gulp; suck
- absorb; blow; breastfeed; draw; fellate; give suck; go down on; imbibe; lactate; nurse; soak up; sop up; suck in; suck up; suckle; take in; take up; wet-nurse
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- suckle

Verwante woorden van "suck":


Synoniemen voor "suck":


Antoniemen van "suck":

  • bottlefeed

Verwante definities voor "suck":

  1. the act of sucking1
  2. draw into the mouth by creating a practical vacuum in the mouth1
    • suck the poison from the place where the snake bit1
    • suck on a straw1
    • the baby sucked on the mother's breast1
  3. give suck to1
  4. take in, also metaphorically1
  5. draw something in by or as if by a vacuum1
    • Mud was sucking at her feet1
  6. provide sexual gratification through oral stimulation1
  7. be inadequate or objectionable1
    • this sucks!1
  8. attract by using an inexorable force, inducement, etc.1

Wiktionary: suck

suck
verb
  1. to use the mouth to pull in (liquid etc)
suck
verb
  1. likken en zuigen aan iets
  2. een verlaagde druk aanleggen met de mond of met een apparaat

Cross Translation:
FromToVia
suck zuigen saugen — etwas mit Hilfe von Unterdruck an sich heran befördern
suck zuigen saugenetwas mit Hilfe von Unterdruck in sich hinein befördern

Verwante vertalingen van suck