Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. taut:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor taut (Engels) in het Nederlands

taut:

taut bijvoeglijk naamwoord

  1. taut (set; fixed)
    strakgespannen; strak

Vertaal Matrix voor taut:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
strak fixed; set; taut bluntly; close; close by; coarse; crude; even; fixed; flat; flatly; fossilised; fossilized; level; petrified; point blank; rigid; set; smooth; star; stern; stiff; tight; uniform; unwavering; vulgar
strakgespannen fixed; set; taut
- tight

Verwante woorden van "taut":

  • tautness, tauter, tautest, tautly, tauten

Synoniemen voor "taut":


Verwante definities voor "taut":

  1. pulled or drawn tight1
    • taut sails1
  2. subjected to great tension; stretched tight1
    • her nerves were taut as the strings of a bow1

Wiktionary: taut

taut
adjective
  1. tight; under tension, as in a rope or bow string
  2. showing stress or anxiety
  3. containing only relevant parts, brief and controlled
taut
adjective
  1. strak uitgerekt