Thickening in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

thickening:
- verdikking
thicken:
- geconcentreerder worden; stollen; dikker worden; verdikken; door koken dikker maken; inbinden; door koken verdikken; indikken; inkoken; door koken dikker worden
Wiktionary:
- thicken → groeien, aangroeien, toenemen, aandikken, verdikken, dik worden, zich verdikken

Engels

Uitgebreide vertaling voor thickening (Engels) in het Nederlands

thickening:

thickening [the ~] zelfstandig naamwoord

the thickening
de verdikking
- verdikking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor thickening:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
verdikking	thickening
-	inspissation; knob; node; thickener
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	deepening

Verwante woorden van "thickening":

thickenings, thicken

Synoniemen voor "thickening":

deepening; intensifying
complex
thickener; material; stuff
node; knob; convex shape; convexity
inspissation; condensing; condensation

Verwante definities voor "thickening":

accumulating and becoming more intense¹
- the thickening dusk¹
becoming more intricate or complex¹
- a thickening plot¹
the act of thickening¹
any thickened enlargement¹
any material used to thicken¹
- starch is used in cooking as a thickening¹

thickening vorm van thicken:

to thicken werkwoord (thickens, thickened, thickening)

to thicken (concentrate; condense)
geconcentreerder worden; stollen; dikker worden
- geconcentreerder worden werkwoord
- stollen werkwoord (stol, stolt, stolde, stolden, gestold)
- dikker worden werkwoord
to thicken (boil down; concentrate; reduce; condense)
verdikken; door koken dikker maken; inbinden; door koken verdikken; indikken; inkoken
- verdikken werkwoord (verdik, verdikt, verdikte, verdikten, verdikt)
- door koken dikker maken werkwoord
- inbinden werkwoord (bind in, bindt in, bond in, bonden in, ingebonden)
- door koken verdikken werkwoord
- indikken werkwoord (dik in, dikt in, dikte in, dikten in, ingedikt)
- inkoken werkwoord (kook in, kookt in, kookte in, kookten in, ingekookt)
to thicken (become thicker)
verdikken; dikker worden
- verdikken werkwoord (verdik, verdikt, verdikte, verdikten, verdikt)
- dikker worden werkwoord
to thicken (boil down; concentrate; condense)
verdikken; indikken; door koken dikker worden
- verdikken werkwoord (verdik, verdikt, verdikte, verdikten, verdikt)
- indikken werkwoord (dik in, dikt in, dikte in, dikten in, ingedikt)
- door koken dikker worden werkwoord

Conjugations for thicken:

present

thicken
thicken
thickens
thicken
thicken
thicken

simple past

thickened
thickened
thickened
thickened
thickened
thickened

present perfect

have thickened
have thickened
has thickened
have thickened
have thickened
have thickened

past continuous

was thickening
were thickening
was thickening
were thickening
were thickening
were thickening

future

shall thicken
will thicken
will thicken
shall thicken
will thicken
will thicken

continuous present

am thickening
are thickening
is thickening
are thickening
are thickening
are thickening

subjunctive

be thickened
be thickened
be thickened
be thickened
be thickened
be thickened

diverse

thicken!
let's thicken!
thickened
thickening

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor thicken:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dikker worden	become thicker; concentrate; condense; thicken	become heavier; gain; gain weight
door koken dikker maken	boil down; concentrate; condense; reduce; thicken
door koken dikker worden	boil down; concentrate; condense; thicken
door koken verdikken	boil down; concentrate; condense; reduce; thicken
geconcentreerder worden	concentrate; condense; thicken
inbinden	boil down; concentrate; condense; reduce; thicken	binding; bookbinding; control; restrain oneself
indikken	boil down; concentrate; condense; reduce; thicken
inkoken	boil down; concentrate; condense; reduce; thicken
stollen	concentrate; condense; thicken
verdikken	become thicker; boil down; concentrate; condense; reduce; thicken
-	inspissate

Verwante woorden van "thicken":

thickening, thickened, thick

Synoniemen voor "thicken":

inspissate; change; alter; modify
change state; turn
change integrity

Antoniemen van "thicken":

thin

Verwante definities voor "thicken":

become thick or thicker¹
- The sauce thickened¹
make thick or thicker¹
make viscous or dense¹
- thicken the sauce by adding flour¹

Wiktionary: thicken

Cross Translation:

From	To	Via
• thicken	→ groeien; aangroeien; toenemen; aandikken; verdikken; dik worden; zich verdikken	↔ grossir — rendre gros, plus ample, plus volumineux.

Remove Ads

Vertaal thickening van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor thickening (Engels) in het Nederlands

thickening:

thickening [the ~] zelfstandig naamwoord

the thickening

Vertaal Matrix voor thickening:

Verwante woorden van "thickening":

Synoniemen voor "thickening":

Verwante definities voor "thickening":

thickening vorm van thicken:

to thicken werkwoord (thickens, thickened, thickening)

to thicken (concentrate; condense)

to thicken (boil down; concentrate; reduce; condense)

to thicken (become thicker)

to thicken (boil down; concentrate; condense)

Conjugations for thicken:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Vertaal Matrix voor thicken:

Verwante woorden van "thicken":

Synoniemen voor "thicken":

Antoniemen van "thicken":

Verwante definities voor "thicken":

Wiktionary: thicken