Engels

Uitgebreide vertaling voor thunder (Engels) in het Nederlands

thunder:

thunder [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the thunder
    de donder
    • donder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the thunder (thunder strokes)
    het gedonder; de donderslagen

to thunder werkwoord (thunders, thundered, thundering)

  1. to thunder
    donderen; onweren
    • donderen werkwoord (donder, dondert, donderde, donderden, gedonderd)
    • onweren werkwoord
  2. to thunder (flash; lighten)
    oplichten; flitsen; lichten
    • oplichten werkwoord (licht op, lichtte op, lichtten op, opgelicht)
    • flitsen werkwoord (flits, flitst, flitste, flitsten, geflits)
    • lichten werkwoord (licht, lichtte, lichtten, gelicht)
  3. to thunder (rumble; rattle)
    dreunen; denderen; daveren
    • dreunen werkwoord (dreun, dreunt, dreunde, dreunden, gedreund)
    • denderen werkwoord (dender, dendert, denderde, denderden, gedenderd)
    • daveren werkwoord (daver, davert, daverde, daverden, gedaverd)
  4. to thunder (rage; storm)
    razen; woeden; tekeergaan
    • razen werkwoord (raas, raast, raasde, raasden, geraasd)
    • woeden werkwoord (woed, woedt, woedde, woedden, gewoed)
    • tekeergaan werkwoord (ga tekeer, gaat tekeer, ging tekeer, gingen tekeer, tekeergegaan)
  5. to thunder (rage; storm; rave; )
    fulmineren; razen; tekeergaan; tieren; te keer gaan
    • fulmineren werkwoord (fulmineer, fulmineert, fulmineerde, fulmineerden, gefulmineerd)
    • razen werkwoord (raas, raast, raasde, raasden, geraasd)
    • tekeergaan werkwoord (ga tekeer, gaat tekeer, ging tekeer, gingen tekeer, tekeergegaan)
    • tieren werkwoord (tier, tiert, tierde, tierden, getierd)
    • te keer gaan werkwoord (ga te keer, gaat te keer, ging te keer, gingen te keer, te keer gegaan)
  6. to thunder (go off the deep end; rage; rave; to be furious; storm)
    tekeergaan; uitvaren; uit de slof schieten; donderen
    • tekeergaan werkwoord (ga tekeer, gaat tekeer, ging tekeer, gingen tekeer, tekeergegaan)
    • uitvaren werkwoord (vaar uit, vaart uit, voer uit, voeren uit, uitgevaren)
    • donderen werkwoord (donder, dondert, donderde, donderden, gedonderd)

Conjugations for thunder:

present
  1. thunder
  2. thunder
  3. thunders
  4. thunder
  5. thunder
  6. thunder
simple past
  1. thundered
  2. thundered
  3. thundered
  4. thundered
  5. thundered
  6. thundered
present perfect
  1. have thundered
  2. have thundered
  3. has thundered
  4. have thundered
  5. have thundered
  6. have thundered
past continuous
  1. was thundering
  2. were thundering
  3. was thundering
  4. were thundering
  5. were thundering
  6. were thundering
future
  1. shall thunder
  2. will thunder
  3. will thunder
  4. shall thunder
  5. will thunder
  6. will thunder
continuous present
  1. am thundering
  2. are thundering
  3. is thundering
  4. are thundering
  5. are thundering
  6. are thundering
subjunctive
  1. be thundered
  2. be thundered
  3. be thundered
  4. be thundered
  5. be thundered
  6. be thundered
diverse
  1. thunder!
  2. let's thunder!
  3. thundered
  4. thundering
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor thunder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
daveren booming
denderen booming
donder thunder
donderen thundering
donderslagen thunder; thunder strokes
dreunen booming; pounding; thumping
gedonder thunder; thunder strokes
lichten lights
onweren thundering
oplichten lighting up
uitvaren departing; departure; going away; leaving; putting to sea; sailing; starting; taking off
- big H; boom; hell dust; nose drops; roar; roaring; scag; skag; smack
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
daveren rattle; rumble; thunder bark; bawl; bellow; boom; cry; cry out; rage; rant; roar; scream; shout; shriek; yell
denderen rattle; rumble; thunder
donderen go off the deep end; rage; rave; storm; thunder; to be furious
dreunen rattle; rumble; thunder
flitsen flash; lighten; thunder
fulmineren bawl; be furious; rage; rant; rave; scream; storm; thunder; yell bawl; let someone have it; rage; rant; rant & rage; scream; talk smut; use obscene language; yell
lichten flash; lighten; thunder break; dawn; draw up; empty the mailbox; heave; lift; lift up; lighten; remove
onweren thunder
oplichten flash; lighten; thunder be deceived; be duped; cheat; deceive; diddle; get a lighter shade of colour; hoodwink; light; light up; lighten; lighten up; swindle; woodwink
razen bawl; be furious; rage; rant; rave; scream; storm; thunder; yell bawl; let someone have it; rage; rant; rant & rage; scream; yell
te keer gaan bawl; be furious; rage; rant; rave; scream; storm; thunder; yell
tekeergaan bawl; be furious; go off the deep end; rage; rant; rave; scream; storm; thunder; to be furious; yell bawl; let someone have it; rage; rant; rant & rage; scream; yell
tieren bawl; be furious; rage; rant; rave; scream; storm; thunder; yell bawl; grow; let someone have it; prosper; rage; rant; rant & rage; scream; thrive; yell
uit de slof schieten go off the deep end; rage; rave; storm; thunder; to be furious
uitvaren go off the deep end; rage; rave; storm; thunder; to be furious sail; set sail
woeden rage; storm; thunder
- boom; roar

Verwante woorden van "thunder":


Synoniemen voor "thunder":


Verwante definities voor "thunder":

  1. street names for heroin1
  2. a deep prolonged loud noise1
  3. a booming or crashing noise caused by air expanding along the path of a bolt of lightning1
  4. utter words loudly and forcefully1
  5. to make or produce a loud noise1
    • The river thundered below1
  6. move fast, noisily, and heavily1
    • The bus thundered down the road1
  7. be the case that thunder is being heard1

Wiktionary: thunder

thunder
noun
  1. sound caused by a lightning
  2. sound resembling thunder
  3. deep, rumbling noise
verb
  1. to make a noise like thunder
  2. to talk with a loud, threatening voice
thunder
noun
  1. een zeer luid geluid bij onweer
verb
  1. het weerklinken van luid gerommel ten gevolge van bliksemontlading.
  2. op luide en barse toon een bevel geven of zijn ongenoegen uiten.

Cross Translation:
FromToVia
thunder donder Donner — ein krachendes, mahlendes, grollendes oder rollendes Geräusch, das von einem Blitz während eines Gewitters erzeugt wird
thunder bulderen; daveren; donderen tonner — Faire éclater le tonnerre.
thunder donder tonnerre — météorologie|fr bruit de la foudre.

Verwante vertalingen van thunder