Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tit:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor tit (Engels) in het Nederlands

tit:

tit [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the tit (breast; chest; boob; hooter; bosom)
    de borst
    • borst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
borst boob; bosom; breast; chest; hooter; tit
- boob; bosom; breast; knocker; mamilla; mammilla; nipple; pap; teat; titmouse; titty
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- dummy; pacifier

Verwante woorden van "tit":


Synoniemen voor "tit":


Verwante definities voor "tit":

  1. small insectivorous birds1
  2. either of two soft fleshy milk-secreting glandular organs on the chest of a woman1
  3. the small projection of a mammary gland1

Wiktionary: tit

tit
noun
  1. a mammary gland, teat
  2. (slang, vulgar) a woman's breast
  3. a small passerine bird of the genus Parus or the family Paridae
tit
noun
  1. Paridae, een kleine weinig schuwe zangvogel
  2. vrouwelijke borst

Cross Translation:
FromToVia
tit mees Meiseim Singular: ein Vertreter der Meisen; ein kleiner, im Sommer insektenfressender, im Winter körnerfressender Singvogel
tit borst; mam; tiet mamellepartie charnue et glanduleux du sein des mammifères femelles où se forme le lait.
tit mees mésange — ornithol|nocat Petit oiseau passereau, actif, au bec court, de forme assez trapue, qui est remarquable par sa forme élégante et son plumage varié.
tit borst sein — Chacune des mamelles de la femme

Verwante vertalingen van tit