Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. trainee:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor trainee:
    • stagair, stagaire


Engels

Uitgebreide vertaling voor trainee (Engels) in het Nederlands

trainee:

trainee [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the trainee (teacher-trainee; apprentice; student; trainee-teacher)
    de stagiair; iemand die stage loopt
  2. the trainee
    de volontaire
  3. the trainee
    de stagiaire
  4. the trainee (apprentice)
    de volontair
  5. the trainee (apprentice; pupil; disciple; )
    het maatje; jongmaat; leerknecht; de pupil
    • maatje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • jongmaat [znw.] zelfstandig naamwoord
    • leerknecht [znw.] zelfstandig naamwoord
    • pupil [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trainee:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
iemand die stage loopt apprentice; student; teacher-trainee; trainee; trainee-teacher
jongmaat apprentice; disciple; follower; pupil; student; teacher-trainee; trainee; trainee-teacher
leerknecht apprentice; disciple; follower; pupil; student; teacher-trainee; trainee; trainee-teacher
maatje apprentice; disciple; follower; pupil; student; teacher-trainee; trainee; trainee-teacher best friend; bosom friend; buddy; business associate; chum; close friend; companion; comrade; confidante; fellow; friend; mate; matie; matties herring; pal; partner; young herring
pupil apprentice; disciple; follower; pupil; student; teacher-trainee; trainee; trainee-teacher pupil; ward
stagiair apprentice; student; teacher-trainee; trainee; trainee-teacher intern; resident
stagiaire trainee
volontair apprentice; trainee
volontaire trainee

Verwante woorden van "trainee":


Synoniemen voor "trainee":


Verwante definities voor "trainee":

  1. someone who is being trained1

Wiktionary: trainee


Cross Translation:
FromToVia
trainee leerjongen apprenti — Celui, celle qui apprendre un métier.

Verwante vertalingen van trainee