Engels

Uitgebreide vertaling voor unpicking (Engels) in het Nederlands

unpicking:

unpicking [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the unpicking
    lostornen

Vertaal Matrix voor unpicking:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lostornen unpicking
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lostornen get undone; pull out; unpick; untie

Verwante woorden van "unpicking":


unpick:

to unpick werkwoord (unpicks, unpicked, unpicking)

  1. to unpick (cancel; neutralize; undo; unhitch; neutralise)
    opheffen; terugdraaien; teniet doen; nullificeren; vernietigen; ondervangen
    • opheffen werkwoord (hef op, heft op, hief op, hieven op, opgeheven)
    • terugdraaien werkwoord (draai terug, draait terug, draaide terug, draaiden terug, teruggedraaid)
    • teniet doen werkwoord
    • nullificeren werkwoord
    • vernietigen werkwoord (vernietig, vernietigt, vernietigde, vernietigden, vernietigd)
    • ondervangen werkwoord (ondervang, ondervangt, onderving, ondervingen, ondervangen)
  2. to unpick (pull out; untie; get undone)
    losmaken; uittrekken; uithalen; lostornen; tornen; loskrijgen
    • losmaken werkwoord (maak los, maakt los, maakte los, maakten los, losgemaakt)
    • uittrekken werkwoord (trek uit, trekt uit, trok uit, trokken uit, uitgetrokken)
    • uithalen werkwoord (haal uit, haalt uit, haalde uit, haalden uit, uitgehaald)
    • lostornen werkwoord (torn los, tornt los, tornde los, tornden los, losgetornd)
    • tornen werkwoord (torn, tornt, tornde, tornden, getornd)
    • loskrijgen werkwoord (krijg los, krijgt los, kreeg los, kregen los, losgekregen)
  3. to unpick (take out; pull out; undo)
    uithalen; loshalen
    • uithalen werkwoord (haal uit, haalt uit, haalde uit, haalden uit, uitgehaald)
    • loshalen werkwoord
  4. to unpick (unhitch; undo)
    loshaken
    • loshaken werkwoord (haak los, haakt los, haakte los, haakten los, losgehaakt)

Conjugations for unpick:

present
  1. unpick
  2. unpick
  3. unpicks
  4. unpick
  5. unpick
  6. unpick
simple past
  1. unpicked
  2. unpicked
  3. unpicked
  4. unpicked
  5. unpicked
  6. unpicked
present perfect
  1. have unpicked
  2. have unpicked
  3. has unpicked
  4. have unpicked
  5. have unpicked
  6. have unpicked
past continuous
  1. was unpicking
  2. were unpicking
  3. was unpicking
  4. were unpicking
  5. were unpicking
  6. were unpicking
future
  1. shall unpick
  2. will unpick
  3. will unpick
  4. shall unpick
  5. will unpick
  6. will unpick
continuous present
  1. am unpicking
  2. are unpicking
  3. is unpicking
  4. are unpicking
  5. are unpicking
  6. are unpicking
subjunctive
  1. be unpicked
  2. be unpicked
  3. be unpicked
  4. be unpicked
  5. be unpicked
  6. be unpicked
diverse
  1. unpick!
  2. let's unpick!
  3. unpicked
  4. unpicking
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor unpick:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lostornen unpicking
opheffen lifting; removal; revoking; withdrawal
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
loshaken undo; unhitch; unpick uncouple; unhitch
loshalen pull out; take out; undo; unpick
loskrijgen get undone; pull out; unpick; untie get undone; loosen; open; release; set free; undo; unlace; untie; work loose
losmaken get undone; pull out; unpick; untie bring about; bring on; effect; let go; liberate; loose; loosen; produce; release; set at liberty; set free; unlace; unpin; untie; work loose
lostornen get undone; pull out; unpick; untie
nullificeren cancel; neutralise; neutralize; undo; unhitch; unpick abolish; annul; cancel; nullify; undo
ondervangen cancel; neutralise; neutralize; undo; unhitch; unpick abolish; annul; cancel; catch on the way; intercept; meet with objections; nullify; receive; undo
opheffen cancel; neutralise; neutralize; undo; unhitch; unpick abolish; adjourn; annul; break down; break up; cancel; disband; dissolve; heave; lift; lift up; melt away; nullify; raise; sever; shut down; undo
teniet doen cancel; neutralise; neutralize; undo; unhitch; unpick abolish; annul; cancel; nullify; undo
terugdraaien cancel; neutralise; neutralize; undo; unhitch; unpick roll back; slacken
tornen get undone; pull out; unpick; untie
uithalen get undone; pull out; take out; undo; unpick; untie clean out; clear; clear out; drain; empty; finish; play a trick; remove; take out
uittrekken get undone; pull out; unpick; untie disrobe; remove one's clothes; take off; undress
vernietigen cancel; neutralise; neutralize; undo; unhitch; unpick abolish; annul; cancel; convert into scrap; destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; nullify; ruin; scrap; undo; wear out; work to death; wreck
- unknot; unravel; unscramble; untangle

Verwante woorden van "unpick":


Synoniemen voor "unpick":


Antoniemen van "unpick":


Verwante definities voor "unpick":

  1. undo (the stitches) of (a piece of sewing)1
  2. become or cause to become undone by separating the fibers or threads of1