Engels

Uitgebreide vertaling voor ventilation (Engels) in het Nederlands

ventilation:

ventilation [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the ventilation
    de ventilatie; de luchtverversing

Vertaal Matrix voor ventilation:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
luchtverversing ventilation
ventilatie ventilation
- airing; breathing; external respiration; public discussion; respiration; ventilating system; ventilation system
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- venting

Verwante woorden van "ventilation":


Synoniemen voor "ventilation":


Verwante definities voor "ventilation":

  1. the act of supplying fresh air and getting rid of foul air1
  2. the bodily process of inhalation and exhalation; the process of taking in oxygen from inhaled air and releasing carbon dioxide by exhalation1
  3. a mechanical system in a building that provides fresh air1
    • she was continually adjusting the ventilation1
  4. free and open discussion of (or debate on) some question of public interest1

Wiktionary: ventilation

ventilation
noun
  1. (medisch, nld) luchtverplaatsing bij het ademen

Cross Translation:
FromToVia
ventilation luchtverversing Lüftungfachsprachlich: Versorgung eines Raumes/Systems mit Frischluft durch Luftaustausch oder kontinuierlichem Luftwechsel
ventilation ventilatie Ventilation — Bewegung der Luft zur Beseitigung verbrauchter, verunreinigter Luft, besonders in geschlossenen Räumen
ventilation luchtverversing; luchttoevoer; ventilatie aérationaction d’aérer ou résultat de cette action.

ventilate:

to ventilate werkwoord (ventilates, ventilated, ventilating)

  1. to ventilate (bring something up)
    zeggen; vertellen; ter sprake brengen; naar voren brengen; opmerken; verwoorden
    • zeggen werkwoord (zeg, zeg/zegt, zegt, zei, zeiden, gezegd)
    • vertellen werkwoord (vertel, vertelt, vertelde, vertelden, verteld)
    • ter sprake brengen werkwoord (breng ter sprake, brengt ter sprake, bracht ter sprake, brachten ter sprake, tersprake gebracht)
    • naar voren brengen werkwoord (breng naar voren, brengt naar voren, bracht naar voren, brachten naar voren, naar voren gebracht)
    • opmerken werkwoord (merk op, merkt op, merkte op, merkten op, opgemerkt)
    • verwoorden werkwoord (verwoord, verwoordt, verwoordde, verwoordden, verwoord)
  2. to ventilate
    ventileren; ontluchten
    • ventileren werkwoord (ventileer, ventileert, ventileerde, ventileerden, geventileerd)
    • ontluchten werkwoord
  3. to ventilate (give expression to; express; utter; )
    uiten; uitdrukken; verwoorden; uiting geven aan; uitdrukking geven aan; vertolken
    • uiten werkwoord (uit, uitte, uitten, geuit)
    • uitdrukken werkwoord (druk uit, drukt uit, drukte uit, drukten uit, uitgedrukt)
    • verwoorden werkwoord (verwoord, verwoordt, verwoordde, verwoordden, verwoord)
    • uiting geven aan werkwoord
    • uitdrukking geven aan werkwoord (geef uitdrukking aan, geeft uitdrukking aan, gaf uitdrukking aan, gaven uitdrukking aan, uitdrukking gegeven aan)
    • vertolken werkwoord (vertolk, vertolkt, vertolkte, vertolkten, vertolkt)
  4. to ventilate (supply; feed; energize; energise)
    toedragen; toevoeren
    • toedragen werkwoord (draag toe, draagt toe, droeg toe, droegen toe, toegedragen)
    • toevoeren werkwoord (voer toe, voert toe, voerde toe, voerden toe, toegevoerd)

Conjugations for ventilate:

present
  1. ventilate
  2. ventilate
  3. ventilates
  4. ventilate
  5. ventilate
  6. ventilate
simple past
  1. ventilated
  2. ventilated
  3. ventilated
  4. ventilated
  5. ventilated
  6. ventilated
present perfect
  1. have ventilated
  2. have ventilated
  3. has ventilated
  4. have ventilated
  5. have ventilated
  6. have ventilated
past continuous
  1. was ventilating
  2. were ventilating
  3. was ventilating
  4. were ventilating
  5. were ventilating
  6. were ventilating
future
  1. shall ventilate
  2. will ventilate
  3. will ventilate
  4. shall ventilate
  5. will ventilate
  6. will ventilate
continuous present
  1. am ventilating
  2. are ventilating
  3. is ventilating
  4. are ventilating
  5. are ventilating
  6. are ventilating
subjunctive
  1. be ventilated
  2. be ventilated
  3. be ventilated
  4. be ventilated
  5. be ventilated
  6. be ventilated
diverse
  1. ventilate!
  2. let's ventilate!
  3. ventilated
  4. ventilating
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor ventilate:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
naar voren brengen bring something up; ventilate bring forward; bring forwards; bring in; initiate; introduce; nominate; postulate; present; prompt; propose; put forward; raise; suggest
ontluchten ventilate
opmerken bring something up; ventilate become aware of; behold; notice; observe; perceive; see; see in; signal
ter sprake brengen bring something up; ventilate bring up; broach; broach a subject; cut; cut into; drag up; initiate; put forward; put on the table; raise; rake up; reap; sting; stir up; throw up; toss in the air; toss up
toedragen energise; energize; feed; supply; ventilate
toevoeren energise; energize; feed; supply; ventilate
uitdrukken express; express oneself; give expression to; impersonate; reveal oneself; speak; talk; utter; ventilate peg out; pinch out; squeeze dry; squeeze empty; squeeze out
uitdrukking geven aan express; express oneself; give expression to; impersonate; reveal oneself; speak; talk; utter; ventilate
uiten express; express oneself; give expression to; impersonate; reveal oneself; speak; talk; utter; ventilate express; spout; unload
uiting geven aan express; express oneself; give expression to; impersonate; reveal oneself; speak; talk; utter; ventilate
ventileren ventilate
vertellen bring something up; ventilate cover; define; depict; describe; explain; expound; narrate; recount; report; say; tell
vertolken express; express oneself; give expression to; impersonate; reveal oneself; speak; talk; utter; ventilate impersonate; interpret; personify; portray; render; represent; transcribe; translate
verwoorden bring something up; express; express oneself; give expression to; impersonate; reveal oneself; speak; talk; utter; ventilate express; phrase; put into words; verbalise; verbalize; voice
zeggen bring something up; ventilate call attention to; cover; define; depict; describe; explain; expound; indicate; inform; instil; instill; make known; point out; recount; report; say; tell
- air; air out; give vent; vent

Verwante woorden van "ventilate":


Synoniemen voor "ventilate":


Verwante definities voor "ventilate":

  1. expose to cool or cold air so as to cool or freshen1
  2. furnish with an opening to allow air to circulate or gas to escape1
    • The architect did not think about ventilating the storage space1
  3. give expression or utterance to1
  4. circulate through and freshen1
    • The gust of air ventilated the room1
  5. expose to the circulation of fresh air so as to retard spoilage1
    • Wheat should be well ventilated1

Wiktionary: ventilate

ventilate
verb
  1. To replace stale or noxious air with fresh
  2. To circulate air through a building, etc.
ventilate
verb
  1. verse lucht in een ruimte brengen

Cross Translation:
FromToVia
ventilate luchten; spuien; uitluchten; ventileren; wannen aérerassainir en mettre en contact avec l’air.
ventilate luchten; spuien; uitluchten; ventileren; wannen ventilerrenouveler l’air au moyen d’un ventilateur.

Verwante vertalingen van ventilation