Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. waiter:
  2. wait:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor waiter (Engels) in het Nederlands

waiter:

waiter [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the waiter (table attendant)
    de ober; de kelner; tafelbediende
    • ober [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kelner [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • tafelbediende [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor waiter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kelner table attendant; waiter
ober table attendant; waiter
tafelbediende table attendant; waiter
- server

Verwante woorden van "waiter":


Synoniemen voor "waiter":


Verwante definities voor "waiter":

  1. a person whose occupation is to serve at table (as in a restaurant)1
  2. a person who waits or awaits1

Wiktionary: waiter

waiter
noun
  1. a server in a restaurant or similar
waiter
noun
  1. beroep|nld een bediende in een restaurant of café
  2. een bediende in een restaurant of café

Cross Translation:
FromToVia
waiter kelner garçon — Serveur
waiter kelner serveur — Serviteur à table ou au buffet

waiter vorm van wait:

wait werkwoord

  1. wait (await)
    wachten; afwachten
    • wachten werkwoord (wacht, wachtte, wachtten, gewacht)
    • afwachten werkwoord (wacht af, wachtte af, wachtten af, afgewacht)

wait [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the wait (stop)
    halt
    • halt [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor wait:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afwachten waiting
halt stop; wait
wachten guards; look-outs; men on guard; patrols; sentries; squads on guard; watchers; watchmen
- delay; hold; postponement; time lag; waiting
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afwachten await; wait await; wait for
wachten await; wait hold
- await; expect; hold back; hold off; look; waitress
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- expect

Verwante woorden van "wait":


Synoniemen voor "wait":


Verwante definities voor "wait":

  1. the act of waiting (remaining inactive in one place while expecting something)1
    • the wait was an ordeal for him1
  2. time during which some action is awaited1
  3. look forward to the probable occurrence of1
    • he is waiting to be drafted1
  4. serve as a waiter or waitress in a restaurant1
    • I'm waiting on tables at Maxim's1
  5. stay in one place and anticipate or expect something1
    • I had to wait on line for an hour to get the tickets1
  6. wait before acting1

Wiktionary: wait

wait
verb
  1. delay until some event
  2. to serve customers
wait
verb
  1. op dezelfde plaats of in dezelfde situatie blijven tot iemand komt of iets gebeurt

Cross Translation:
FromToVia
wait wachten warten — (intransitiv) Zeit verstreichen lassen beziehungsweise untätig sein, bis ein bestimmter Zustand eintreffen
wait wachten; verwachten; te wachten staan attendre — Ne pas bouger, rester l’on est pour la venue de quelque chose ou de quelqu’un.
wait afwachting; verwachting attente — Traductions à trier suivant le sens

Verwante vertalingen van waiter