Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor wrangle (Engels) in het Nederlands

wrangle:

wrangle [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the wrangle (quarrel; squabble)
    de ruzie; het geschil; de kwestie; de twist
    • ruzie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • geschil [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kwestie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • twist [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

to wrangle werkwoord (wrangles, wrangled, wrangling)

  1. to wrangle (argue; quarrel; twist; )
    ruzieën; bekvechten; twisten; hakketakken; bakkeleien
    • ruzieën werkwoord (ruzie, ruziet, ruziede, ruzieden, geruzied)
    • bekvechten werkwoord (bekvecht, bekvechtte, bekvechtten, gebekvecht)
    • twisten werkwoord (twist, twistte, twistten, getwist)
    • hakketakken werkwoord (hakketak, hakketakt, hakketakte, hakketakten, gehakketakt)
    • bakkeleien werkwoord (bakkelei, bakkeleit, bakkeleide, bakkeleiden, gebakkeleid)
  2. to wrangle (quarrel; make trouble; bicker; altercate)
    ruziën; ruzie maken; twisten; krakelen; kiften; kijven
    • ruziën werkwoord (ruzie, ruziet, ruziede, ruzieden, geruzied)
    • ruzie maken werkwoord (maak ruzie, maakt ruzie, maakte ruzie, maakten ruzie, ruzie gemaakt)
    • twisten werkwoord (twist, twistte, twistten, getwist)
    • krakelen werkwoord
    • kiften werkwoord (kift, kiftte, kiftten, gekift)
    • kijven werkwoord (kijf, kijft, keef, keven, gekeven)

Conjugations for wrangle:

present
  1. wrangle
  2. wrangle
  3. wrangles
  4. wrangle
  5. wrangle
  6. wrangle
simple past
  1. wrangled
  2. wrangled
  3. wrangled
  4. wrangled
  5. wrangled
  6. wrangled
present perfect
  1. have wrangled
  2. have wrangled
  3. has wrangled
  4. have wrangled
  5. have wrangled
  6. have wrangled
past continuous
  1. was wrangling
  2. were wrangling
  3. was wrangling
  4. were wrangling
  5. were wrangling
  6. were wrangling
future
  1. shall wrangle
  2. will wrangle
  3. will wrangle
  4. shall wrangle
  5. will wrangle
  6. will wrangle
continuous present
  1. am wrangling
  2. are wrangling
  3. is wrangling
  4. are wrangling
  5. are wrangling
  6. are wrangling
subjunctive
  1. be wrangled
  2. be wrangled
  3. be wrangled
  4. be wrangled
  5. be wrangled
  6. be wrangled
diverse
  1. wrangle!
  2. let's wrangle!
  3. wrangled
  4. wrangling
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor wrangle:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geschil quarrel; squabble; wrangle argument; battle of words; controversy; debate; disagreement; disputation; dispute; quarrel; squabble; verbal dispute; verbal duel; verbal sword-play
kwestie quarrel; squabble; wrangle affair; assignment; business; case; issue; matter; point of discussion; problem; problematical case; problems; question; statement; summary; task
ruzie quarrel; squabble; wrangle argument; battle of words; conflict; debate; difference of opinion; disagreement; discord; disputation; dispute; quarrel; row; squabble; verbal dispute; verbal duel; verbal sword-play
ruzie maken arguing
twist quarrel; squabble; wrangle argument; battle of words; conflict; controversy; debate; difference of opinion; disagreement; discord; disputation; dispute; dissension; disunity; division; perversion; quarrel; row; squabble; twisting; verbal dispute; verbal duel; verbal sword-play
- dustup; haggle; haggling; quarrel; row; run-in; words; wrangling
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bakkeleien altercate; argue; debate; dispute; quarrel; twist; wrangle fight; scrap; scuffle
bekvechten altercate; argue; debate; dispute; quarrel; twist; wrangle
hakketakken altercate; argue; debate; dispute; quarrel; twist; wrangle
kiften altercate; bicker; make trouble; quarrel; wrangle bicker; squabble
kijven altercate; bicker; make trouble; quarrel; wrangle
krakelen altercate; bicker; make trouble; quarrel; wrangle
ruzie maken altercate; bicker; make trouble; quarrel; wrangle
ruzieën altercate; argue; debate; dispute; quarrel; twist; wrangle
ruziën altercate; bicker; make trouble; quarrel; wrangle
twisten altercate; argue; bicker; debate; dispute; make trouble; quarrel; twist; wrangle argue; bending repeatedly; dispute
- brawl
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- altercation; row

Verwante woorden van "wrangle":


Synoniemen voor "wrangle":


Verwante definities voor "wrangle":

  1. an instance of intense argument (as in bargaining)1
  2. an angry dispute1
  3. to quarrel noisily, angrily or disruptively1
    • The bar keeper threw them out, but they continued to wrangle on down the street1
  4. herd and care for1
    • wrangle horses1

Wiktionary: wrangle

wrangle
verb
  1. ruzie maken
  2. intr|nld ruzie maken
  3. intr|nld luidruchtig ruzie maken
  4. (inergatief) ruzie maken.

Cross Translation:
FromToVia
wrangle heibel; herrie; ruzie querellecontestation, démêlé, dispute mêlée d’aigreur et d’animosité.