Engels

Uitgebreide vertaling voor devise (Engels) in het Nederlands

devise:

to devise werkwoord (devises, devised, devising)

  1. to devise (invent; contrive; make up)
    bedenken; verzinnen; uitdenken; verdichten; fantaseren; voorwenden
    • bedenken werkwoord (bedenk, bedenkt, bedacht, bedachten, bedacht)
    • verzinnen werkwoord (verzin, verzint, verzon, verzonnen, verzonnen)
    • uitdenken werkwoord (denk uit, denkt uit, dacht uit, dachten uit, uitgedacht)
    • verdichten werkwoord (verdicht, verdichtte, verdichtten, verdicht)
    • fantaseren werkwoord (fantaseer, fantaseert, fantaseerde, fantaseerden, gefantaseerd)
    • voorwenden werkwoord (wend voor, wendt voor, wendde voor, wendden voor, voorgewend)
  2. to devise (make plans; plot; plan; lay schemes)
    bedenken; plan beramen; verzinnen; beramen; zinnen
    • bedenken werkwoord (bedenk, bedenkt, bedacht, bedachten, bedacht)
    • plan beramen werkwoord
    • verzinnen werkwoord (verzin, verzint, verzon, verzonnen, verzonnen)
    • beramen werkwoord (beraam, beraamt, beraamde, beraamden, beraamd)
    • zinnen werkwoord (zin, zint, zon, zonnen, gezonnen)
  3. to devise (plan; contrive; set up; plot)
    plannen
    • plannen werkwoord (plan, plant, plande, planden, gepland)
  4. to devise (estimate)
    schatten; beramen; ramen; taxeren
    • schatten werkwoord (schat, schatte, schatten, geschat)
    • beramen werkwoord (beraam, beraamt, beraamde, beraamden, beraamd)
    • ramen werkwoord (raam, raamt, raamde, raamden, geraamd)
    • taxeren werkwoord (taxeer, taxeert, taxeerde, taxeerden, getaxeerd)
  5. to devise (bequeath; dispose of by will)
    vermaken; nalaten; legateren; vererven
    • vermaken werkwoord (vermaak, vermaakt, vermaakde, vermaakden, vermaakt)
    • nalaten werkwoord (laat na, liet na, lieten na, nagelaten)
    • legateren werkwoord (legateer, legateert, legateerde, legateerden, gelegateerd)
    • vererven werkwoord (vererf, vererft, vererfde, vererfden, verorven)

Conjugations for devise:

present
  1. devise
  2. devise
  3. devises
  4. devise
  5. devise
  6. devise
simple past
  1. devised
  2. devised
  3. devised
  4. devised
  5. devised
  6. devised
present perfect
  1. have devised
  2. have devised
  3. has devised
  4. have devised
  5. have devised
  6. have devised
past continuous
  1. was devising
  2. were devising
  3. was devising
  4. were devising
  5. were devising
  6. were devising
future
  1. shall devise
  2. will devise
  3. will devise
  4. shall devise
  5. will devise
  6. will devise
continuous present
  1. am devising
  2. are devising
  3. is devising
  4. are devising
  5. are devising
  6. are devising
subjunctive
  1. be devised
  2. be devised
  3. be devised
  4. be devised
  5. be devised
  6. be devised
diverse
  1. devise!
  2. let's devise!
  3. devised
  4. devising
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor devise:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fantaseren dishing up; invent
schatten darlings; loves; sweethearts
vermaken amusing; entertaining; entertainment
zinnen phrases; sentences
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedenken contrive; devise; invent; lay schemes; make plans; make up; plan; plot contemplate; meditate on; muse on; ponder on; reflect on; remember
beramen devise; estimate; lay schemes; make plans; plan; plot
fantaseren contrive; devise; invent; make up
legateren bequeath; devise; dispose of by will
nalaten bequeath; devise; dispose of by will disregard; dump; ignore; leave behind; neglect; omit
plan beramen devise; lay schemes; make plans; plan; plot
plannen contrive; devise; plan; plot; set up schedule
ramen devise; estimate calculate; compute; estimate; figure out; work out
schatten devise; estimate assess; calculate; compute; estimate; figure out; work out
taxeren devise; estimate evaluate; rate; tax
uitdenken contrive; devise; invent; make up figure out; puzzle out
verdichten contrive; devise; invent; make up
vererven bequeath; devise; dispose of by will
vermaken bequeath; devise; dispose of by will amuse; divert; entertain someone; leave behind
verzinnen contrive; devise; invent; lay schemes; make plans; make up; plan; plot
voorwenden contrive; devise; invent; make up do as if; feign; pretend; simulate
zinnen devise; lay schemes; make plans; plan; plot
- contrive; excogitate; forge; formulate; get up; invent; machinate; organise; organize; prepare

Synoniemen voor "devise":


Verwante definities voor "devise":

  1. (law) a gift of real property by will1
  2. a will disposing of real property1
  3. come up with (an idea, plan, explanation, theory, or principle) after a mental effort1
  4. arrange by systematic planning and united effort1
    • devise a plan to take over the director's office1
  5. give by will, especially real property1

Wiktionary: devise

devise
verb
  1. door nadenken vinden

Cross Translation:
FromToVia
devise faken; bedenken; verzinnen erdenken — (transitiv) etwas ausdenken, sich etwas Neues einfallen lassen