Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. orchestra:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor orchestra (Engels) in het Nederlands

orchestra:

orchestra [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the orchestra
    de orkest
    • orkest [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the orchestra (band)
    het muziekkorps; de fanfare; de kapel; de blaaskapel; het fanfarekorps; de harmonie

Vertaal Matrix voor orchestra:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blaaskapel band; orchestra
fanfare band; orchestra
fanfarekorps band; orchestra
harmonie band; orchestra accord; balance; concord; conscencus; consensus; consensus of opinion; consonance; equilibrium; harmony; solidarity; unanimity
kapel band; orchestra
muziekkorps band; orchestra
orkest orchestra
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- band

Verwante woorden van "orchestra":

  • orchestras

Synoniemen voor "orchestra":

  • musical organization; musical organisation; musical group
  • seating; seats; seating room; seating area

Verwante definities voor "orchestra":

  1. seating on the main floor in a theater1
  2. a musical organization consisting of a group of instrumentalists including string players1

Wiktionary: orchestra

orchestra
noun
  1. large group of musicians who play together on various instruments
  2. semicircular space in front of the stage used by the chorus in Ancient theatres
  3. the area in a theatre or concert hall where the musicians sit
orchestra
noun
  1. een groep musici

Cross Translation:
FromToVia
orchestra orkest OrchesterMusik: größeres Ensemble aus Instrumentalisten, das unter der Leitung eines Dirigenten spielt
orchestra band; muziekkorps; orkest orchestre — Partie d’une salle de spectacle contenant les places les plus basses et située au plus près de la scène, entre la fosse d’orchestre et le parterre.
orchestra bloemenbed; parterre parterrepartie découverte d’un jardin, régulièrement diviser en compartiments et plates-bandes garnir de fleurs.

Verwante vertalingen van orchestra