Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. affliction:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor affliction (Engels) in het Zweeds

affliction:

affliction [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the affliction (temptation; vexation; allurement; )
    förövring; frestelse

Vertaal Matrix voor affliction:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
frestelse affliction; allurement; charm; conquest; enticement; fascination; inroad; lure; ordeal; temptation; trial; vexation attraction; charm; lure; seductiveness; temptation
förövring affliction; allurement; charm; conquest; enticement; fascination; inroad; lure; ordeal; temptation; trial; vexation

Verwante woorden van "affliction":


Synoniemen voor "affliction":


Verwante definities voor "affliction":

  1. a cause of great suffering and distress1
  2. a condition of suffering or distress due to ill health1
  3. a state of great suffering and distress due to adversity1

Wiktionary: affliction


Cross Translation:
FromToVia
affliction sorg; bedrövelse affliction — État d’abattement produit par un évènement malheureux.

Verwante vertalingen van affliction