Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. aisle:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor aisle (Engels) in het Zweeds

aisle:

aisle [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the aisle (gangway; passage; alley)
    gång; passage
    • gång [-en] zelfstandig naamwoord
    • passage [-en] zelfstandig naamwoord
  2. the aisle (middle way; central aisle; central path)
    mittgång
  3. the aisle (corridor; passage)
    korridor

aisle

  1. aisle

Vertaal Matrix voor aisle:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gång aisle; alley; gangway; passage gangway; tread
korridor aisle; corridor; passage corridor; coulisse; gangway; lobby; passage
mittgång aisle; central aisle; central path; middle way
passage aisle; alley; gangway; passage corridor; crossing; gangway; passage; sea voyage; transition
- gangway
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
sidoskepp aisle

Verwante woorden van "aisle":

  • aisles

Synoniemen voor "aisle":


Verwante definities voor "aisle":

  1. passageway between seating areas as in an auditorium or passenger vehicle or between areas of shelves of goods as in stores1
  2. part of a church divided laterally from the nave proper by rows of pillars or columns1
  3. a long narrow passage (as in a cave or woods)1

Wiktionary: aisle


Cross Translation:
FromToVia
aisle gång GangRaum zwischen Sitzreihen (Kirche, Kino, Theater, Zug)
aisle skepp Schiff — lang gestreckter Raum einer Kirche oder Kathedrale

Verwante vertalingen van aisle