Home ->Woordenboeken ->Engels/Zweeds ->Vertaal discerning

Vertaal discerning van Engels naar Zweeds

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

discerning:
- urskiljande; noterande; upptäckande
- omdömesgill
discern:
- skilja på varandra; göra skillnad
- skönja
Wiktionary:
- discern → se skillnad på, skilja, urskilja

Engels

Uitgebreide vertaling voor discerning (Engels) in het Zweeds

discerning:

discerning [the ~] zelfstandig naamwoord

the discerning (noticing; detecting)
urskiljande; noterande; upptäckande
- urskiljande zelfstandig naamwoord
- noterande zelfstandig naamwoord
- upptäckande zelfstandig naamwoord
the discerning (recognition; identification)
urskiljande
- urskiljande zelfstandig naamwoord

discerning

discerning (judicious)
omdömesgill
- omdömesgill

Vertaal Matrix voor discerning:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
noterande	detecting; discerning; noticing
upptäckande	detecting; discerning; noticing
urskiljande	detecting; discerning; identification; noticing; recognition
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	apprehensive; discreet
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
omdömesgill	discerning; judicious
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
urskiljande		characteristic; distinctive; typical

Verwante woorden van "discerning":

discerningly, discern

Synoniemen voor "discerning":

clear; percipient; clear-eyed; clear-sighted; perspicacious; prescient; critical; discriminating
discreet; tactful
apprehensive; perceptive
discriminating

Antoniemen van "discerning":

undiscerning

Verwante definities voor "discerning":

having or revealing keen insight and good judgment¹
- a discerning critic¹
- a discerning reader¹
able to make or detect effects of great subtlety; sensitive¹
- discerning taste¹
- a discerning eye for color¹
quick to understand¹
unobtrusively perceptive and sympathetic¹
- a discerning editor¹

discerning vorm van discern:

to discern werkwoord (discerns, discerned, discerning)

to discern (distinguish from each other)
skilja på varandra
- skilja på varandra werkwoord (skiljer på varandra, skiljde på varandra, skiljt på varandra)
to discern (differentiate; nuance; distinguish; discriminate)
göra skillnad
- göra skillnad werkwoord (gör skillnad, gjorde skillnad, gjort skillnad)

Conjugations for discern:

present

discern
discern
discerns
discern
discern
discern

simple past

discerned
discerned
discerned
discerned
discerned
discerned

present perfect

have discerned
have discerned
has discerned
have discerned
have discerned
have discerned

past continuous

was discerning
were discerning
was discerning
were discerning
were discerning
were discerning

future

shall discern
will discern
will discern
shall discern
will discern
will discern

continuous present

am discerning
are discerning
is discerning
are discerning
are discerning
are discerning

subjunctive

be discerned
be discerned
be discerned
be discerned
be discerned
be discerned

diverse

discern!
let's discern!
discerned
discerning

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

discern

discern
skönja
- skönja

Vertaal Matrix voor discern:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
göra skillnad	differentiate; discern; discriminate; distinguish; nuance
skilja på varandra	discern; distinguish from each other
-	distinguish; make out; pick out; recognise; recognize; spot; tell apart
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
skönja	discern

Verwante woorden van "discern":

discerning, discernment

Synoniemen voor "discern":

recognize; recognise; distinguish; pick out; make out; tell apart

Verwante definities voor "discern":

detect with the senses¹

Wiktionary: discern

discern

verb

to perceive differences
- discern → se skillnad på
to distinguish something as being different from something else; to differentiate
- discern → skilja
to detect with the senses, especially with the eyes
- discern → urskilja

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University